Hij wil geen verhalen vertellen met zijn kunst, niettemin inspireert elk werk van hem mij tot het verzinnen van talrijke nieuwe. Hij wil niet als schilder-filosoof worden aanzien, hoewel zijn werk me steevast aanzet tot vrijelijk mijmeren over essentiëlere kwesties. Hij zoekt bewust contradicties en spanning op, maar vreemd genoeg biedt zijn kunst me een zekere geruststelling, de wetenschap dat in deze spanning juist een vorm van troost vervat ligt, gezien het ons fundamenteel met onze menselijke natuur herenigt.
Beweren dat zijn kunst gecompliceerd is en zich moeilijk laat vatten zou schromelijk overdreven zijn. Het is bij de eerste oogopslag toegankelijk, je ziet bedrieglijk eenvoudige, in zachte tinten gewikkelde beelden. De tweede blik nodigt uit om zich te verdiepen in de krioelende gedachten die de schilder tijdens het proces overkwamen. Er volgt een derde en een vierde lezing, die uitnodigen de effecten van zijn werk introspectief te benaderen, steeds dieper, voor wie er ontvankelijk voor is. Maar niets hoeft, niets is noodzakelijk. Met het zoeken naar betekenis achter het werk word je langzamerhand gegrepen door een onderliggend gevoel van betekenisloosheid, die allerminst als een gemis wordt ervaren. Zien zonder betekenis, zonder specifiek doel blijkt plots een voor de mens een serieus te overwegen mogelijkheid, zelfs al moet iemand als ik daar serieus wat inspanning voor leveren. Maar daar ligt zijn betrachting. Daarom laat hij in zijn recente werk ook de woorden weg, waar hij ze vroeger steeds mee bezielde, al boden ze nooit enige duiding of uitleg. Het beeld volstaat om te vatten dat er niet persé iets te vatten hoeft te worden.
Hij onderhoudt daarom een complexe relatie met het begrip harmonie. “Ik geloof niet in een vaste, universele harmonie”, verklaart hij, “wel in het voortdurende spel van tegenstellingen, spanningsvelden die naar een voorlopige balans zoeken. De mens is op zoek naar de rust van de harmonie, maar zodra die bereikt is tracht hij die te doorbreken. Harmonie en disruptie roepen elkaar op. Mensen die in harmonie leven, of menen te leven, hebben veelal geen behoefte om te creëren, maar daar ligt juist de kracht van kunst: in de interne spanning die het weet op te roepen, zowel op gebied van inhoud als van vorm. Zogenaamd harmonieuze werken zijn in mijn ogen dikwijls saai.” Misschien ligt dit, zoals C.G. Jung beweerde, aan het feit dat naar harmonie streven een overmaat aan rationaliteit vergt, en in die zin streeft naar een objectieve waarheid, terwijl dit begrip juist zo vluchtig is. De doeken van Johan houden slechts voorlopige waarheden in, die hij eventjes wist te capteren om het ogenblik erna in een andere gedaante te verschijnen, of helemaal van aard te veranderen. Het geheel is vaak een suggestie van een vervlogen waarheid. Hij citeert Picasso: “kunst is een leugen die ons dichter bij de waarheid brengt.”
Voor velen zou dit misschien een deprimerende gedachte zijn. Niet voor Johan, zo blijkt uit zijn brede glimlach wanneer hij hier verder over mijmert. Hij voelt zich thuis in het onbehagen dat hij oproept, de onzekerheid die hij recht in het gezicht aankijkt en die hij via zijn doeken op de kijker reflecteert. Het biedt hem -en via hem de kijker- een vorm van vrijheid. Het hele proces van creatie, net als er zich van bevrijden, blijkt besmettelijk. De kijker vindt dan eens een betekenis die het moment erop lijkt te zijn verdwenen, in een wederkerig proces van wat Hannah Arendt zo mooi ‘nataliteit’ noemde. Ik laat me weer vangen in filosofische referenties. Niet doen.
Ligt het niet in de aard van de mens om achter alles betekenis en zin te zoeken, desnoods via kunst? “Dat klopt”, antwoordt Johan. “Kunst kan hier zeker een rol spelen, hoewel het op zich geen betekenis hoeft te hebben. Het vult het leven aan. Het vult de beleving van deze wereld verder aan door plaats te maken voor het niet meetbare, het intuïtieve, het poëtische, het mysterie, de schaduwkant van ons bestaan. Zaken die in onze door rationaliteit en efficiëntie gedreven maatschappij onvoldoende plaats krijgen of taboe zijn.” Door te wijzen op nieuwe, onvermoede lagen in de beleving van het leven, de complexiteit en het ambiguë ervan een plek te geven, maak je het leven juist rijker en waardevoller. “Het bestaansrecht van artistieke taal is juist dat het een existentiële laag raakt, die niet te vatten is in een eenduidige alledaagse taal of in wetenschappelijke begripstaal. Goede kunst, die per definitie meerduidig, gelaagd en ambigu is, slaagt daar wel in: in het suggereren van zaken die niet in begripstaal te benoemen zijn. Kunst wil het onzichtbare zichtbaar maken zoals Merleau Ponty al beweerde.”
De gelaagdheid kan heel subtiel zijn. Voor zijn reeks Suspicious Minds maakte Johan bijvoorbeeld een ‘portret’ van Courbet, met daarin een “grafische ingreep” in de vorm van een gordijntje, een verwijzing naar de eerste bezitter van het befaamde L’origine du monde, de Ottomaanse diplomaat Khalil-Bey, die het werk jarenlang zorgvuldig achter een gordijn verborgen hield. Hier terug ambiguïteit in meerdere lagen: de bedoeling van de koper en zijn relatie tot het kunstwerk, maar evengoed een reflectie over kunst zelf die moet worden verborgen als een diep geheim, hoewel het juist betekenis kan krijgen wanneer het wordt gezien.
Walter Benjamin wees al op de vreemde impact van een kunstwerk op de kijker die erbij stilstaat, “waardoor de reflectie erover wordt wakker geroepen en tot bewustzijn en tot kennis van zichzelf wordt gebracht.” Naar een kunstwerk kijken en erover nadenken is volgens Benjamin een vorm van instrospectie. Het feit dat ik blijkbaar naar het werk van Johan kijkend niets anders doe dan me te verhalen op filosofen die me beïnvloeden, terwijl hij met zijn kunst juist geen enkele filosofische denkwijze voorop wilt stellen, getuigt van de relevantie van deze stelling. Ik laat me weer gaan, maar wellicht is dit net ook de bedoeling… Niets moet, niets hoeft. Alles kan, alles mag.
Studiofoto’s © TheArtCouch
Johan Clarysse solotentoonstelling This obscure object loopt nog tot 5 november bij Galerie Pinsart in Brugge. Klik hier voor alle info
Installatiefoto’s bij Pinsart, Brugge – courtesy of the gallery
Pas verschenen monografie “this obscure object”
Recent verscheen de tweede monografie van het werk van Johan Clarysse, “This obscure object”, met inleidende teksten van kunstfilosoof Antoon Van den Braembussche en curator en kunsthistoricus Frederik Van Laere.
Daarin noemt Van Braembussche Johan Clarysse één van de markantste, meest intrigerende kunstschilders in Vlaanderen vandaag. “Zijn overwegend figuratief werk bezit een geheel eigen, ondefinieerbare, onvatbare en ondoorgrondelijke sfeer, steeds ingebed in een eigengereid, enigszins verstild en omfloerst palet.” Hij typeert Clarysse als een schilder die reflecteert over het statuut van het beeld zelf en noemt hem ‘de schilder van de ambiguïteit’. Beeld en taal in zijn schilderijen onttrekken zich aan elke poging tot éénduidige interpretatie… En toch bezitten zijn doeken vaak iets mysterieus-aantrekkelijk: de toeschouwer kijkt verbluft naar iets wat hij of zij niet echt kan doorgronden en dat toch fascineert.
Wie de twee monografieën die tot dus ver Van Clarysse verschenen vergelijkt, ziet meteen ook de evolutie in zijn werk. Het verdwijnen van de ‘woord-schilderijen’, maar ook nieuwe bronnen die hij in zijn werk ontgint: naast filmstills maakt hij nu meer gebruik van eigen fotomateriaal, beelden geplukt uit media die hij gaat samplen en manipuleren, eigen tekeningen en collages.
In het boek zijn ook talrijke tekeningen opgenomen. Het tekenen ziet hij als een ‘rituele reiniging’: directer, sneller, intuitiever, minder bedachtzaam opgebouwd dan zijn schilderijen. Als afsluiter werd ook een gedacht van Johan opgenomen, een soort ode aan de schilderkunst, gekoppeld aan een aantal fragmenten uit een interview met dichter Wim Vandeleene in het onlinemagazine Roer, dat gaat over de raakpunten tussen schilderkunst en poëzie.
Johan Clarysse, This obscure object
Uitgeverij MER/Borgerhoff & Lamberigts
180pp
Het boek is tevens te verkrijgen in een gesigneerd exemplaar met een originele tekening. Meer info hierover vind je op de website van de kunstenaar
www.johan-clarysse.be
- Kunstcriticus Martin Gayford over Tracey Emin - november 30, 2024
- Guillaume Caron en de choreografie van de ziel - november 30, 2024
- Joost Pauwaert en het einde der tijden… - november 30, 2024