“Une vie, c’est fait avec de l’avenir comme les corps sont faits avec du vide”, schreef Sartre in de roman L’âge de raison. De protagonist, filosofiestudent Mathieu, komt tot deze bedenking wanneer hij beseft dat iedereen rond hem levensbepalende beslissingen neemt; ze gaan vooruit, veroorzaken hun persoonlijke toekomst, ook al is deze onbestemd en inhoudloos. Hijzelf zit verstrikt in een afgebakend denkpatroon, vol overtuigingen die uiteindelijk wankel blijken te zijn. Een existentiële twijfel.
Staat er een leeftijd op deze twijfel? Je zou denken dat dit een privilege is voor jonge mensen. Dat met het ouder worden meer klaarheid komt in het nut, in de bestemming van dit alles. Niet noodzakelijk. Waarom zou het ook? Het overgrote deel van ons leven genieten we niet de vrijheid om over zo’n zaken na te denken, laat staan te gaan twijfelen. Vroeg of laat, eerder laat, legt het leven je een spiegel voor, als een afrekening. Je komt oog in oog te staan met de mogelijke plaats die je hebt genomen in een groter geheel. Deze gedachte hoeft niet noodzakelijk mistroostig of zwaarmoedig te stemmen, al is het evenmin een ‘vrolijke wetenschap’. Alles hangt af van wat je op dit punt gekomen met deze wetenschap doet.
Het zijn bedenkingen die ons gesprek begeleiden, terwijl Johan Heylen me doorheen zijn oeuvre loodst. Ze dienen als ondertoon. De schilderijen zijn veruitwendigingen van zijn filosofische zoektocht, behept met het absurde en de wezenlijke eenzaamheid van de mens, in de traditie van de existentialisten, maar evengoed met een diep humanistische, nagenoeg sacrale zekerheid: ergens moet dit alles een hogere betekenis hebben. Elk werk is getuige van een mijlpaal op deze kronkelige weg, een inzicht die hem werd ingefluisterd door de talrijke denkers uit het verleden die hem op zijn pad vergezellen. Samen vormen ze de wordende mens, zoekende, twijfelend, ten prooi aan een existentiële desolaatheid, maar niettemin op pad, gedreven door een ongrijpbare, onbegrijpelijke noodzaak. Een élan vital die elke kunstenaar drijft tot het scheppen, ook al is de betekenis hiervan ongekend.
Daar ligt de essentie misschien van wat kunst is: de vrijheid om los van betekenis, los van rationele overwegingen tot de scheppingsdaad over te gaan. De daad als daad, als louter wil zonder bestemming. De woorden van de Franse filosoof Jacques Rancière vergezellen mij wanneer de deur van het atelier achter me dichtslaat: “kunst bevrijdt zodra ze ons niet langer wíl bevrijden.”
PS: bekijk zeker de boeiende reportage over de expo van Johan Heylen in het stadsmuseum van Diest, waar ook beelden te zien waren van zijn oom, beeldhouwer Jan Heylen, die in 1967 op 36-jarige leeftijd overleed. In de reportage gaat Johan dieper in op een aantal van zijn werken.
(foto’s: TheArtCouch)
© Johan Heylen: Merops leeft (l) | Blij over leven praten (r)
- Ine Lammers buiten de kaders van (onze) tijd - november 20, 2024
- The Green Soda Movement: SAVE ME. 10 glaskunstenaars presenteren post-consumer glass - november 19, 2024
- Goedele Peeters ‘Fieldwork’, een open uitnodiging tot een innerlijk gesprek - november 16, 2024