Drie jaar na Carta canta in het Brusselse Museum voor Schone Kunsten pakt Pierre Alechinsky (1927) opnieuw uit met een expo van formaat in het Brussels gewest. Ze luistert naar de naam Alechinsky, pinceau voyageur en ze vindt plaats in Villa Empain in Elsene. Een gedroomde locatie voor Alechinsky’s vaak groots opgezette werken. Het is voor het eerst sinds de Villa Empain haar deuren opende voor het publiek in 2010 dat de Boghossianstichting, die huist in het gebouw, een solotentoonstelling wijdt aan een grote Europese kunstenaar van de twintigste eeuw. Beter laat dan nooit, moet de stichting hebben gedacht, want op 19 oktober wordt de Brusselse schilder en graficus 97 jaar!
Pierre Alechinsky, gezien door Marc Trivier, 1984
Aziatische inktpenseelschilderkunst
Pinceau voyageur, ofwel ‘het reizende penseel’, is een ode aan de reis, met bijzondere aandacht voor de fascinatie van Alechinsky voor de artistieke praktijken en tradities van Japan en China, waarmee de kunstenaar al vroeg in aanraking kwam en die voor hem een blijvende bron van inspiratie vormen.
Alechinsky studeerde vanaf 1944 toegepaste grafische kunsten (boekillustratie en typografie) aan de École Nationale Supérieure d’Architecture et des Arts Décoratifs La Cambre in Brussel. In 1947 begon hij, los van die praktische opleiding, te schilderen in olieverf en sloot hij zich aan bij de vereniging Jeune Peinture Belge (1945-1948). Tijdens een bezoek aan een tentoonstelling van experimentele kunst te Brussel in 1949 leerde hij de avant-gardistische kunstenaarsbeweging Cobra (1948-1951) kennen. Op verzoek van de Tervurense beeldend kunstenaar en schrijver Christian Dotremont (1922-1979) werd hij er lid van. In die tijd begon Alechinsky zich ook te interesseren voor de Aziatische inktpenseelschilderkunst en kalligrafie. Van de Chinees-Amerikaanse kunstenaar Walasse Ting (1929-2010), die hij in 1954 te Parijs leerde kennen, kreeg hij zijn eerste lessen in de Chinese manier van werken: papier op de grond, een kom met verf in de ene hand, een penseel in de andere. Tijdens het schilderen is het hele lichaam in beweging om een grotere levendigheid van de tekening tussen de tekens, in de lege ruimtes te verkrijgen.
In de herfst van 1955 maakte Alechinsky met zijn vrouw Michèle ‘Micky’ Dendal – ze overleed in 2023 en was 75 jaar gehuwd met de kunstenaar – per boot een reis van twee maanden naar Japan, waar hij in Tokio en Kyoto de film Calligraphie japonaise maakte, die hij afwerkte in 1957 in Brussel en Parijs. Hij raakte er in de ban van de vloeiende oosterse bewegingen van de lokale kalligrafen en koos van de weeromstuit zelf voor snellere, flexibelere materialen: papier, inkt en penseel. Toch zou het nog tien jaar duren vooraleer hij de olieverf opgaf ten gunste van de sneller drogende acrylverf. De stugge, langzaam drogende olieverf stond zijn intuïtieve en spontane manier van werken in de weg. Vanaf dat ogenblik schilderde hij niet meer op doek, maar op diverse soorten papier dat hij op de grond legde en dat hij voorovergebogen te lijf ging, een penseel in zijn linkerhand en een kommetje met verf of inkt in zijn rechterhand. Het eindresultaat kleefde hij op doek, een werkwijze die ‘maroufleren’ wordt genoemd.
(l) Pierre Alechinsky, Meule du temps en Vocabulaire, acryl, inkt en frottage op papier, gemaroufleerd; acryl, inkt en frottage op papier, gemaroufleerd, 1985 en 1986, foto ©Silvia Cappellari.
(m) Pierre Alechinsky, Octave, inkt en acryl op papier, gemaroufleerd op doek, 1983.
(r) Pierre Alechinsky, Sauve qui peut, geglazuurde lavasteen, 2001, foto ©Silvia Cappellari.
Ode aan de vrijheid
In 1965, op bezoek bij Walasse Ting die toentertijd in New York woonde, maakte Alechinsky zijn eerste acrylverfschilderij op papier, Central Park getiteld. Het was ook het eerste schilderij waarin hij zijn zogenaamde randtekeningen toepaste, een soort van stripverhaal rond een centraal beeld. Dat centrale beeld bestaat in het geval van Central Park uit een horizontaal georiënteerde, schematische weergave van New Yorks grootste park, kleurrijk uitgevoerd in acryl. De associatieve reeks kleinere beeldjes in zwarte inkt eromheen, ook wel predella’s of randopmerkingen genoemd, volgen elkaar op als in een stripverhaal: een inktvis, poppetjes, een naaktmodel, een leeuw, een zelfportret… Ze kunnen gelezen worden als een grafisch commentaar op het centrale beeld.
In die tijd ontstonden in Alechinsky’s werk ook spiraal- en cirkelvormen die samengingen met verwante thema’s als de zon, de slang, vulkanen en mythische fabeldieren. Een wereld tussen fantasie en werkelijkheid nam sindsdien gestalte aan in zijn werk. Alechinsky had zijn modus operandi gevonden die hem wereldberoemd zou maken.
In het licht van het voorgaande is Pinceau voyageur tevens een ode aan de vrijheid, niet alleen Alechinsky’s eigen vrijheid als kunstenaar, maar ook die van de lijnen die hij trekt met inkt en acrylverf. Die vrijheid zat al vroeg in de kunstenaar. Het oudste werk in de tentoonstelling, A la Cambre (1946), schilderde hij op negentienjarige leeftijd in inkt op papier tijdens een les tekenen naar levend model in La Cambre. Toen zijn docent merkte dat hij de vrijheid had genomen om met inkt te werken, sprak hij hem streng toe en beval hem zijn werk over te doen met potlood. Alechinsky: ‘Ik stemde toe om mijn meester te gehoorzamen, niet wetende dat ik terug zou moeten vinden wat hij me zojuist ontnomen had.’
Pierre Alechinsky, Vocabulaire, acryl, inkt en frottage op papier, gemaroufleerd, 1986, foto ©Silvia Cappellari.
Frottages
In 1986 kreeg Alechinsky samen met de Tsjechische dichter en collagekunstenaar Jiří Kolář de opdracht om een clavecimbel – in de expo te zien – te ‘versieren’. Voor zijn deel van het werk maakte Alechinsky onder meer gebruik van een afdruktechniek die ‘frottage’ wordt genoemd. Die techniek komt erop neer dat een beelddrager, bijvoorbeeld een vel papier, op een bepaalde ondergrond wordt gelegd, bijvoorbeeld een rond riooldeksel, en dat – in onderhavig geval – de kunstenaar met potlood of waskrijt over het papier wrijft, waardoor de textuur van het deksel op het vel papier zichtbaar wordt.
Alechinsky heeft in de loop van de decennia vele honderden van die frottages in zijn schilderijen verwerkt, soms meerdere in een en hetzelfde werk. Vele ervan zijn cirkelvormig en dat is niet toevallig, want de kunstenaar houdt van ronde vormen. De Amerikaanse dichter en kunstcriticus John Yau schreef in verband daarmee ooit het volgende: ‘In zijn [Alechinsky’s] werk wordt de cirkel een wiel, een abstracte vorm, star of speels, een vrucht, een gezicht, zon, mandala, kosmoskaart of een verwijzing naar een riooldeksel: spiritueel, aards of afvalproduct.’
(l) Pierre Alechinsky, Lieu-dit, inkt en acryl op papier, gemaroufleerd op doek, 1994-2024.
(r) Pierre Alechinsky, L’Or de rien, acryl en inkt op papier, gemaroufleerd, 1968
Samenwerkingen
Dat Alechinsky, pinceau voyageur ten slotte ook een ode aan de vriendschap is, bewijst niet alleen de samenwerking van de kunstenaar met Jiří Kolář, maar ook met de Duitse keramist Hans Spinner en met tal van internationale schrijvers zoals Salah Stétié, Amos Kenan, Joyce Mansour en, niet te vergeten, onze eigen Hugo Claus, met wie Alechinsky al in 1950 in beperkte oplage de publicatie Zonder vorm van proces: een pantomime-gedicht in twee delen voor één stem, piano, fluit, gitaar en drums met een bruitage van vijf stemmen uitbracht, geïllustreerd met litho’s van de kunstenaar.
Alechinsky bezocht gedurende meer dan twintig jaar (van 1980 tot 2004) het atelier van Hans Spinner in het Franse Grasse om er te ‘emailleren’: schilderen op aardewerk dat daarna in een pottenbakkersoven wordt samengesmolten tot een glad, hard oppervlak. Omdat de reactie van de aangebrachte kleurstoffen op het aardewerk tijdens het bakken onvoorspelbaar is, beperkte Alechinsky zich tot ovenblauw, op basis van kobaltoxide. Zo ontstonden tal van ronde of vierkante platen waarop de kunstenaar zijn verbeelding de vrije loop liet. Een flink aantal daarvan is te zien in de expo.
In de ‘Blauwe badkamer’ van Villa Empain kan je daarnaast ook 26 door Hans Spinner speciaal voor Alechinsky gemodelleerde porseleinen stukken bewonderen, de grote formaten in chamotteklei, de zakformaten in fijn porselein. Spinner kneedde ze in de vorm van ‘onleesbare boeken’ die Alechinsky met zwarte inkt beschilderde. Curator Catherine De Braekeleer beschrijft die werkwijze in de catalogus als volgt: ‘Zwart op wit, onthullend, beweegt Alechinsky’s penseel over deze pagina’s die niet kunnen omgeslagen worden en waarbij tekst en tekening worden verbonden, hen terugbrengend naar de oorsprong van het Chinese schrift, waarin voor de schilder de tekening een verhaal wordt, en het beeld een aspect van het ideogram.’
Pierre Alechinsky, Alvéoles, acryl op papier, gemaroufleerd, 1972, foto Silvia Cappellari.
Werk in oplage
In 1952 studeerde Alechinsky graveerkunst bij de Britse kunstenaar en graficus Stanley William Hayter in Parijs. Daarmee was hij als graficus niet aan zijn proefstuk toe, getuige daarvan zijn samenwerking met Hugo Claus twee jaar eerder. Vanaf dan ontwikkelde Alechinsky naast zijn unieke werken een grote hoeveelheid etsen, litho’s, lino’s en zeefdrukken. Sla er eender welke website op na waarop werk in oplage wordt verkocht en je botst onvermijdelijk op werken van Alechinsky. De markt wordt er letterlijk mee overspoeld. Vaak gaat het om erg kleurrijke werken die verzamelaars blinkende ogen van onweerstaanbaar verlangen bezorgen, zoals wij zelf al meermaals mochten ervaren.
Ook in Villa Empain komt de geïnteresseerde verzamelaar aan zijn trekken. In een van de kamers op de gelijkvloerse verdieping kan je twaalf edities ontdekken die te koop zijn. Maar laat dat niet de enige reden zijn om deze expo te bezoeken. Het unieke kader van Villa Empain, een uitgelezen ensemble van een honderdtal werken gemaakt tussen 1946 en 2024 en tal van archiefdocumenten vormen samen zo’n aantrekkelijk geheel dat de gedachte eraan alleen al u naar de statige Franklin Rooseveltlaan zal leiden. Hou er daarbij ook rekening mee dat het misschien wel eens de laatste expo in het Brussels gewest zou kunnen zijn tijdens Alechinsky’s leven.
Pierre Alechinsky, Bleu comme une orange, acryl en inkt op papier, gemaroufleerd, 2005-2011, foto Silvia Cappellari.
Alechinsky, pinceau voyageur loopt nog tot 16 maart 2025 in Villa Empain in Brussel. Klik hier voor alle info.
- Een stille expressionist: ‘Erich Heckel in Vlaanderen’ in het Gentse MSK - december 14, 2024
- Futurismo! Jules Schmalzigaug in het KMSKA - november 15, 2024
- Victor Delhez en de experimentele fotografie in FeliXart Museum - november 2, 2024