Kijk- en leesvoer in De (Brugse) Poortersloge: Tientallen artistieke reacties op “Misfigure” van Sylvie Crutelle

Iemand had ergens (al die media!) de vraag gesteld of we naar Venetië gingen voor de Biënnale of omgekeerd. Zoals vaak moet ik bij mezelf het antwoord uit een grijze zone proberen op te vissen. Enerzijds is zonder enige twijfel tegen het echte Venetië nauwelijks… kunst gewassen; anderzijds blijft een goede biënnale een nauwelijks te overtreffen feest.

Onlangs genoot ik nog met mate van een tentoonstelling in het Kasteel van Laarne, maar meer nog eigenlijk van het middeleeuwse gebouw zelf en van de omgeving. Niets aan de hand. Niet het vele is goed, maar het goede is veel, zei ooit een wijs iemand, en ik hoef noch kan àlles zien. Wie wel, trouwens?

Ik ben wel altijd al pleitbezorger geweest van het tonen van actuele kunst op locaties waar je dat niet verwacht. Denk nu niet dat ik in deze meteen de zogenaamde publieke ruimte suggereer, want dààr is (doorgaans door inmenging van onbevoegden met macht of geld) mettertijd nogal wat goedbedoeld dilettantisme neergepoot. Ook voor schenkingen moet men op zijn hoede zijn: een gegeven paard kijkt men niet in de bek. Dit laatste geldt ook voor de wereld van de kunst.

VRAGEN…

Heel even bekroop me dit gevoel toen ik de (antwoord)tentoonstelling “AiR Biekorf 6.0: “Misfigure” in De Poortersloge in Brugge bezocht. De mooiste ruimte van dit oude gebouw immers, die met een oude parketvloer en glas-in-loodraampjes die de bezoeker een onnavolgbaar zicht op een van de reien geven, was  dit keer niet toegankelijk. Helaas. Op die plaats had ik graag (zoals in de publicatie die bij deze tentoonstelling hoort) het werk van Pierre Goetinck (&Nelson Lamyns) gezien: “Evenwicht – Niets is wat het lijkt”. De bizarre, ruige, ijzeren sokkelconstructie voor een brok natuur. Enig mooi!

“Misfigure”… het is een woord dat ik niet ken (ik weet ook niet of het bestaat), maar ik zag de tentoonstelling van “huiskunstenaar 2022” Sylvie Crutelle (een drieluik was het: in de Biekorffoyer, de stadsschouwburg en de Bogardenkapel) over wezens die muteren. Getriggerd door de gang van zaken in het tranendal dat een groot deel van de wereld toch is, had Sylvie Crutelle sculpturen gemaakt, installaties én een video. De kraai was nogal nadrukkelijk in beeld gekomen. De gitzwarte vogel waar de bijgelovige ik geestelijk lang op zijn hoede voor is geweest en die nu zowat overal opduikt. Als het ware zijn comeback maakt. Een prachtbeest. Van wat men niet kent, kan men niet houden. Voorts leverde de mutatie verrassende wezens op. Lelijk of mooi? Wie zal het zeggen? Bestaan er soms geen lelijke mooie mensen? En dieren? En is louter schoonheid niet verraderlijk?

Crutelle werpt vragen op met haar werk en andere kunstenaars kunnen erover prakkezeren en (beeldend) aan de slag gaan. Hun antwoorden zijn dezer dagen te bekijken, te beluisteren en te lezen in De Poortersloge.

VLUCHTEN

Er is heel wat te zien en het lijkt me prima om eens werk van jonge kunstenaars te zien of kunstenaars die komen piepen aan het raam van de kleine fijne wereld van de beeldende kunsten. En prettig is dan weer dat je in deze specifieke context het werk van gevestigde waarden ongeveer meteen herkent. En dat ze je nog maar eens met verstomming slaan.

Zo kijk ik onder meer naar een langzaam roterende, met staaldraad gevlochten sculptuur van Laurence Christiaens (van wie ik nog maar een enkele keer werk zag, met name in “Het Atelier”) en naar knappe foto’s van twee grijze eminenties van de fotografie in het Brugse: Paul Silance (“After the flood”) en Horst Einfinger (“Undecided”). Om de inbreng van Peter Jonckheere (“Singing in the Dead of Night”) niet te vergeten, met als enige protagonist een naakte man die vogelallures krijgt. Vrolijk lijkt hij er niet van te worden. Vluchten is het enige wat hem nog rest, zo lijkt het. Stuk voor stuk beklijvend werk.

werk van Peter Jonckheere (l) en Laurence Christiaens (r)

WAT ZE VERTELLEN, DE KRAAIEN

Ik had ook het gevoel dat het voor vele van de geselecteerde kunstenaars niet zo voor de hand liggend moet zijn geweest om op iets als “Misfigure” een antwoord te geven. Net zoals bij Sylvie zelf vallen nogal wat kraaien te ontwarren. Of zijn het kauwen? Ik hou van ze sinds ik het werk van Karolien Soete heb leren kennen en waarderen. Een oude school in het stadje Damme en niets minder dan een hele straat in het dorpje Watou werden ooit door… gekleurde (!) exemplaren ingepalmd, maar dit had vooral met de aanwezigheid van Jan Moeyaert te maken. En kijk, het werk dat mij het meest heeft geïntrigeerd was dat van Arnold Lybeer. Een reeks kleine zwart-witfoto’s met als titel “Wat de kraaien vertellen”. Middelerwijl kan je her en der een flard poëzie van de muren af lezen. Soms een verademing. Ik dacht ook de hele tijd aan Bavo Claes’ knappe debuutroman “Kraai”. Ook alweer lang geleden.

Het aanbod aan over “Misfigure” reflecterende kunst is wat wisselend van niveau. De huiskunstenaar mocht mijns inziens wat strenger gejureerd hebben. Het is wellicht soms een betere stimulans om er eens niét bij te zijn…

Voorts nog op het netvlies: Matthias De Wolfs (“Babboon Attack 6.0”). Zijn dat trouwens die twee meneren vanop de Brugse Grote Markt? Voor mijn part mag het beest ze meenemen. Ik heb al altijd gedroomd van een monumentale hedendaagse sculptuur op die plaats, in confrontatie of dialoog met het Belfort. Verrassend en verademend is het duet van Jacqueline Vanlandschoot en Nela Deleu-Djanisijevic dat “Introspec(h)tie” heet. Lang verwijld ook bij een aantal kleine werkjes zoals “In mijn eenzaamheid floreer ik” van Thibo Moreels (zo zit ik ook immers al eens in mekaar), ”Ergo sum porcus” van Marc Galle en “Portret” van Cathérine Martens. Nancy Calmeyn haar kleine zwart-witte sculptuur (“I’ll fly again”) verbeeldt het hele thema in zijn meest extreme eenvoud en “Distant suffering XXI/i.d. of a shared bullet” van Hans Overvliet ressorteert dan weer een gamma aan weinig florissante beelden die hij vervat in alleen maar een glazen recipiënt, water en een muterende kogel. Heel knap!


Maar gaat u vooral zelf kijken. Dat kan van donderdag tot en met zondag van 14 tot 18u. en wel nog tot 29 mei. Poortersloge, Kraanrei 19. Inderdaad, je moet langs achteren binnen. Een Brugs specialleke…

(vlnr) werken van Thibo Moreels | Arnold Lybeer | Jacqueline Vanlandschoot

Author: Johan Debruyne

Share This Post On

Submit a Comment

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Pin It on Pinterest

Deel dit artikel op