Zal kunst cinema Nova redden? Waarom deze redding alvast van maatschappelijk belang is…

Kunst zal misschien de wereld niet redden, maar misschien wel een iconische cinema. Het stopzetten van het huurcontract van cinema Nova in Brussel brengt heel wat commotie met zich mee. Begrijpelijk, in een steeds schraler worden cultuurlandschap, dat in grote steden lijkt te worden weggevreten door dure kantoorcomplexen en steriele appartmentsgebouwen. De publieke ruimte raakt op talrijke plekken de bezieling en samengang kwijt waar kleine culturele initiatieven steevast voor zorgen. In Brussel zorgt cinema Nova hier al jarenlang voor, en ook dit stukje waardevolle culturele eigenheid riskeert verloren te gaan.

Een stukje geschiedenis

Maar eerst het verhaal. In 1960 waren er nog 133 bioscopen (!) in Brussel. Vandaag zijn ze op twee handen te tellen. Een daarvan was Studio Arenberg, die in 1987 na 52 jaar trouwe dienst het huurcontract zag beëindigen en daarna door een bank uit het gebouw werd gezet. Er kwam hevig protest, maar dat was niet voldoende om de beslissing van de bank terug te draaien. Tien jaar na de sluiting arriveerde een groep cinefielen in de Arenbergstraat, die toen door een diep dal ging. De zaal was al die tijd verlaten gebleven, maar een team vrijwilligers stak met enthousiasme en vastberadenheid de handen uit de mouwen om de heropstart mogelijk te maken, ondanks de veranderingen van eigenaar, de onzekerheid en de gedwongen opmars van digitale technologie, die ze allemaal doorstond, onder meer dankzij een uniek programma dat onderzoekt, ontdekt, voorstelt en mensen samenbrengt.

De redding (?)

Met het einde van het huurcontract riskeert dit verloren te gaan -de voorwaarden voor een hernieuwing zijn in deze buurt op zijn minst exorbitant te noemen. Om het voortbestaan toch te verzekeren werden talrijke acties opgezet, onder meer een tentoonstelling waarin twaalf collectieven een eigen invulling geven aan de thema’s van het nieuwe filmprogramma van Cinema Nova, dat op haar beurt in teken staat van de Supernova campagne. De collectieven snijden thema’s aan zoals collectief eigendom, the commons, solidaire economie … . De tentoonstelling zal doorheen de weken evolueren en krijgt met drie verschillende vernissages ook drie verschillende ijkpunten. Het resultaat is een zowel een gezamenlijk ‘cadavre exquis’ als een wervelwind aan ideeën die elkaar door middel van stencils, zeefdrukken, fotokopieën en foto’s overlappen en uitdagen.

Waarom is de redding belangrijk?

Je kan je de vraag stellen of het wel nodig is om een -relatief kleine- cinemazaal met alle moeite te willen redden. De marktlogica zou ons gebieden te stellen dat als het niet levensvatbaar is, het dan maar moet verdwijnen. Maar stel je even voor dat alles in een grootstad aan dezelfde logica wordt onderworpen, dat alles wat niet op een of andere manier rendeert uit de samenleving wordt geweerd. De vraag mag gesteld worden of de maatschappij zelf op die manier nog wel levensvatbaar blijft.

Daarmee komen we tot de essentiële vraag, los van de specifieke context van cinema Nova: welke plaats geven we aan cultuur in onze maatschappij? De Brits-Australische professor Justin O’Connor doet hier al jarenlang onderzoek naar, gebundeld in zijn boekje Reset. O’Connor hekelt in zijn analyse de hele idee van de ‘creatieve economie’, dat de laatste decennia als lapmiddel diende om kunst en cultuur te gaan uitdrukken in termen van efficiëntie, rendabiliteit en tewerkstelling, met als argument dat deze activiteiten een aparte tak vormen in de economisch-kapitalistische logica. Deze laatste vecht hij niet aan, voor alle duidelijkheid, wel dat kunst en cultuur zich zou moeten onderwerpen aan deze logica. Hij pleit voor een logica waarin cultuur integraal deel uitmaakt van de foundational economy, kort door de bocht: cultuur als een levensnoodzakelijk goed. Heel harde argumenten biedt Justin niet, en dit is op zich logisch: de harde argumenten zouden juist parameters inhouden die aan de marktlogica beantwoorden, wat hij juist fundamenteel bestrijdt.

“Man kann die Entwicklung einer Gesellschaft daran messen, wie sie ihre Künstler behandelt,” wist Goethe. Je kan de graad van ontwikkeling van een maatschappij meten aan hoe het met zijn kunstenaars -en bij uitbreiding kunst- omgaat. Te oordelen naar het voortdurend verdringen van de kleinere, collectivistische kunstinitiatieven uit het stadsbeeld, is onze maatschappij onderhevig aan een regressieve dynamiek. Het kadert in een tijdsgeest, wellicht. Het blijft aan (onder meer) initiatieven als deze om ons daar op zijn minst op attent te maken, zo niet de trend beetje bij beetje om te buigen. Dit is geen kunst voor het goede doel, dit is kunst om te vrijwaren wat ons in essentie tot mens maakt. Ook hier geldt: there is no alternative


De expo

Onder de noemer ‘Einde huur? Kijk niet zo zuur…‘ worden op drie momenten de expositie opnieuw ingericht, zonder vooropgezet plan. De mengeling van door elkaar getoonde ideeën in stencil, fotokopie, zeefdruk, fotografie, enz. zal ongetwijfeld andere, onverwachte ideeën meebrengen en hopelijk de zure smaak die het einde van het huurcontract oproept verzachten…

Op 25 januari gaat het tweede luik van start met twee merkwaardige kunstinitiatieven:

  • CHAMBRE FROIDE, collectief/workshop dat graag deelt en creëert met een gevarieerd publiek, met behulp van Riso-, laser- en mobiele zeefdruktechnieken.
  • LES ARPENTEUR.EUSES, collectief van l’Autre “lieu” RAPA, reist door Brussel en de marge, legt wazige visioenen vast van een recent verleden dat al vergeten is en verspreidt ze in gedrukte clichés

Klik hier voor het volledige programma en om te ontdekken hoe je Nova verder kan blijven steunen.


Author: Frederic De Meyer

Share This Post On

Submit a Comment

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Pin It on Pinterest

Deel dit artikel op