Onder de noemer ‘Teken – Dingen’ kunt u in kunstruimte “4n20” (met enthousiasme door een vzw gerund), een gewezen weefatelier waaraan weinig lijkt verbouwd noch vertimmerd en dus een behoorlijk tastbaar relict van het Kortrijkse textielverleden in de Jakob van Arteveldestraat, naar beeldend werk gaan kijken van Wim Opbrouck (ik heb die baardige reus nu verdomme nog nooit live accordeon zien en horen spelen!), Stefaan Vantieghem en Jean De Groote.
U vindt er ook een heel interessante brochure met o.m. gedichten van ene Simon Declercq en wanneer u de zgn. vernissage bijwoonde was het ook nog eens genieten van de tekst die Frederik Van Laere, cultuurfreak, kunstcriticus, curator en zelf kunstschilder, met de ingrediënten van de drie oeuvres had gebrouwen.
WARMTE
Het gaat in 4n20 om kunstwerken die ogenschijnlijk weinig met elkaar te maken hebben, alleen de titel van de tentoonstelling probeert een en ander aan elkaar te rijgen. 4n20 is dan ook een locatie die dit soort dingen probleemloos aan kan: in de rudimentaire ruimtes van het gewezen atelier kan een “curator” de werken spreiden over een heel lange gang, een gelijkvloerse rechthoek (waar op het moment van de vernissage de zon wat al te gretig naar binnen straalde en de blik op nogal wat schilderijen van Stefaan Vantieghem bemoeilijkte) en u kruipt er de kelder in en u klautert naar een zolder via krakkemikkige trapjes. Maar, we zeuren niet. Zelfs met mijn versleten poten en kapotte rug is het me gelukt. En we hebben, pratend rond een tafel de tuin, de miskende kunstenaar Willem Deneckere en zijn werk (even) opnieuw tot leven gebracht.
In 4n20 voelde ik niet alleen de warmte van de zon, zowel in de grote benedenruimte als in de doordeweekse tuin, maar ook van de mensen achter dit kunstinitiatief : geen pretentie, alleen liefde voor wat mooi en goed is en datgene waarvan ze denken dat het getoond mag/moet worden.
Het voelde alleen in het begin wat vreemd, omdat ik de avond voordien het museum van Deinze (Mudel), voorzien van een stevige katheder om mijn lange tekst op te laten rusten en een splinternieuwe geluidsinstallatie, een paar honderd mensen had mogen toespreken omtrent een sprankelende tentoonstelling met werk van klasbak Jan De Vliegher, die datzelfde museum ongewild een bijzondere allure gaf.
“DE BOOM WORDT NIET GEGROEID”
Maar goed, Kortrijk nu. Wat verderop dan Deinze voor een Bruggeling als ik. Wat laat Wim Opbrouck, de reus van het Vlaamse theater en film er zien? Takken, bomen, flarden taal en breekbare, frele mensenfiguren in een ononderbroken lijn op het papier gezet. Hij durft ook zijn twijfels neer te schrijven en aan de muur te hangen. Laat bijvoorbeeld ook talig-beeldend weten wat “dendrology” is. De veelzijdige Opbrouck laat minstens twee kanten van hem zien: uit zijn “Buigende mensen”, broos en flinterdun, spreekt elegantie en breekbaarheid; het gros van zijn bomen, getekend en gekleurd op onverwacht rustige momenten in zijn drukke bestaan, zijn kloeker van allure. Ondoordringbaar, onvatbaar, krachtig en bereid hem mee te nemen, weg van deze aardkloot. Doorgaans drukken ze kracht uit. Sterk-zijn, het lijkt de bomen sterk aangeraden. Ik laat in deze context even Frederik Van Laere aan het woord, want dat heeft u gemist als u niet op de vernissage was:
“…, want bomen tekenen zichzelf, dat wist Breughel al. De boom wordt niet gegroeid (mooi gezegd!), de boom groeit, eender hoe. Dat hoe hangt van nogal veel af. Van de bodem waar het zaad per toeval belandde, aangewaaid, aangespoeld, of uit een vogelkontje gedropt. Van de droogte en de plensbuien, van vette en magere zomers, van barre en flauwe winters, van de overwegende windrichting, van de stenen in de grond waar zijn wortels langs moeten, van prikkeldraden, zompige oevers of magere zandgrond, van betonnen opritten en snelwegen vlakbij, van spechten die op bezoek komen, van vleermuizen… Van stormen of vrachtwagens die takken decimeren, van verliefde koppels die hun namen kerven in de stam, van bliksems, van nesten en van snoeibeurten… Er is dus veel wat de boom niet te kiezen heeft. Er is heel veel wat de boom niet kan helpen. Zelfs niet dat hij soms meedogenloos wordt omgehakt. ‘Wat David Hockney van zijn bomen zou denken?’ blokletterde Wim Opbrouck als vraag op één van zijn tekeningen.”
Ik vond deze soort apologie van een boom te mooi om ze u niet mee te delen. Voorts: kijk en geniet! En lees eens een gedicht, ook in die brochure, en her en der aan een muur, van Simon De Clercq. De bomen van Wim Opbrouck? Ook zij hebben niet te kiezen en zijn in een impuls aan het blad papier toevertrouwd en in hun vorm en zijn bepaald door al wat er op die momenten door het hoofd van de kunstenaar speelt.
sfeerbeelden Johan Debruyne
DEURTJE
Het “tekenen” hebben we hiermee dus gehad. De “dingen” uit de titel van de tentoonstelling verwijzen vooral naar het schilderwerk (olie op doek) van Jean De Groote uit Nazareth, de kunstenaar die er stilaan om bekend staat om erg accuraat en beklijvend alleen de absolute essentie van de dingen te schilderen. De meest eenvoudige dingen krijgen zijn aandacht en hij brengt ze vaak weergaloos op doek, zonder entourage, zonder tijd noch plek, in al hun eenzaamheid op het canvas. Vooral in de kelder maken twee monumentale werken indruk: een matras en een ring. En wat is onder meer dat deurtje (op de “4n20”-zolder) een heerlijk… ding!
U mag er (en de context zet de kijker er dikwijls toe aan) uiteraard een verhaal bij verzinnen, maar dat was nooit de bedoeling van Jean De Groote, die momenteel notabene schittert met een solotentoonstelling op het unieke Adornes-domein in Brugge.
Stefaan Vantieghem, met wie ik op een volgende tentoonstelling wel eens een woordje zou willen wisselen, toont geschilderde landschappen die doorgaans mistig zijn en bevreemdend, en waarin – als je goed kijkt – doorgaans een mens aanwezig is. Ontzettend klein. Vantieghem geeft de verhoudingen perfect weer: zo klein zijn we inderdaad. We weten ondertussen immers toch allemaal wat er gebeurt wanneer we diezelfde natuur gaan tergen of verwaarlozen. Hopeloos verloren zijn we dan. Dat gevoel spreekt uit al zijn schilderijen. Vantieghem laat het landschap vanop afstand zien, op diverse en al eens ongewone formaten. Soms is er een close-up en staat ook u als kijker bedremmeld-verloren tussen de bomen. Zijn werk intrigeert. Een enkel klein werk laat een mannelijke figuur zien, moedeloos en bang zo lijkt het, starend naar de grond, onder een stolp gevangen of… geborgen. Eindelijk veilig? Of toch liever dat mistige ongerepte? En wat doet u naast zo’n gigantisch uitvergrote punaise?
Ah, Simon de Clercq, help even:
“EEN UITNODIGING
Kijk een wijle naar zorgvuldig, of achteloos, gekozen/werken./Vergeet dat je nog vanalles moet doen./Sluit de ogen. Luister. Neenee, niet te snel. Luister./Luister naar deze schilderdingen./met oren van zilverpapier./oh nee, niet op zoek naar herkenning./eerder wachtend ontwaren, en dan langzaam landen./zoals bladeren in de herfst zich aarzelend./met de zachtste zucht uit hun loopbaan neervlijen in het dauwnatte gras./Hoor je ook, zoals ik, verre flarden Satie, tussen geruis/van zoveel overzees niets op de lange golf/uit die Grundig van je vader?/Proef je, sporadisch./transparante geluiden/en ijle tussentijden?” (Simon De Clercq).
*“Teken – Dingen” met werk van Jean De Groote, Wim Opbrouck en Stefaan Vantieghem in “4n20”, Ruimte voor Kunst vzw, Jakob van Arteveldestraat 24, 8500 Kortrijk. Tot 25.06.2023, van vrijdag tot en met zondag, van 14 tot 18u.
- “HET GEHEUGEN ALS GEBOUW” Zes Brugse kunstenaars in POORTERSLOGE - mei 10, 2024
- ‘HET NARRENSCHIP’ Een door James Ensor en Sebastiaan Brant geïnspireerd intrigerend en hartverwarmend sociaal-cultureel project - april 23, 2024
- ‘OH, I ME MINE’ een Unieke publicatie zelfportretten van W. Vynck - maart 7, 2024
juni 4, 2023
Meester Jean De Groote gezien in Adornes Brugge en inderdaad de moeite waard !