Een expo die de titel meekrijgt van een beroemd essay van Virginia Woolf, A room of one’s own, het trekt automatisch de aandacht.
In het essay uit 1929 onderzoekt Woolf het belang van economische en persoonlijke onafhankelijkheid voor vrouwelijke schrijvers, gedragen door de stelling dat “een vrouw geld en een eigen kamer nodig heeft om fictie te kunnen schrijven.” Deze uitspraak vormt de kern van haar betoog: om creatieve vrijheid en een stem te vinden in een patriarchale samenleving, hebben vrouwen de autonomie en ruimte nodig die mannen vaak van nature hebben. Het essay gaat ook in op de beperkingen van vrouwelijke literaire tradities en het gebrek aan vrouwelijke rolmodellen. Woolf moedigt vrouwen aan om onafhankelijkheid te zoeken, niet alleen financieel maar ook intellectueel, en te schrijven vanuit hun eigen perspectief en ervaring.
Het is een feministisch betoog dat in het licht van de tijd waarin het geschreven werd moet worden begrepen, al dient het evengoed als handleiding voor het hedendaagse leven. In tijden waarin we de neiging vertonen ons voor oplossingen voor onze verwarring te richten tot autocratisch leiderschap en ons autonoom denken lijken te hebben uitbesteed aan de grenzeloze dadendrang van technovisionairen, is het wellicht meer dan ooit noodzakelijk om, al was het maar uit zelfzorg, een eigen mentale plek te creëren om zich in veiligheid en stilte terug te kunnen trekken. De emancipatiebeweging waar Woolf het over had is nu op iedereen van toepassing.
Maar wat er in die kamer dan gebeurt is in principe niemands zaken; het behoort tot het intieme privédomein. Het verdraagt geen toekijkers of omstaanders, zou je denken. Het zou de muren slopen waartussen de persoonlijke mentale grenzeloosheid in geborgen ligt, en elke kiem van autonome gedachte voorbarig verwelken.
Waarom wil een schilder dan per se deze muren slopen? Elk schilderij slaat een bres in de verdedigingsmuur van het intieme leven, zo lijkt het toch? Al is het niet zozeer de expliciete inhoud die hierin belangrijk is, maar eerder het proces. Zo schrijft schrijfster Caroline Lamarche in de begeleidende tekst over het werk van Chantal Olivier (de kunstenaar waar dit stuk eigenlijk over gaat): “zoveel raadsels die met een vrije en dichte penseelstreek zijn afgezet op zoveel vlakken waar de kleuren in een palimpsest de vormen, de onderwerpen verweven – landschappen, huizen, bloemen, stenen, gezichten – kalm en krachtig in hun geheime verhaal”.
De ogenschijnlijk naïeve onderwerpen dienen slechts als excuus om het achterliggende te verkennen. Dit ligt voor elk van ons elders, uiteraard, maar de stappen ernaartoe kunnen door anderen worden getraceerd. Op weg naar dat autonome zelf kan je je laten leiden door anderen die de weg reeds aflegden, en dit is precies waar kunstenaars als Chantal Olivier ons toe uitnodigen. Het kan ons allemaal leiden naar een ‘kamer voor jezelf’ waar Virginia Woolf het over had…
©Chantal Olivier
More or less (2024), photo: Chantal Olivier | Hamelyn (2024), photo: Chantal Olivier Salem (2022), photo: Jean-Luc Deru A pebble (2024), photo: Chantal Olivier
Chantal Olivier ‘Une Chambre à soi’ is van 21 november tot 2 februari 2025 te zien in Galerie Bonnemaison in Alleurs (bij Luik). Klik hier voor alle info.
- Ine Lammers buiten de kaders van (onze) tijd - november 20, 2024
- The Green Soda Movement: SAVE ME. 10 glaskunstenaars presenteren post-consumer glass - november 19, 2024
- Goedele Peeters ‘Fieldwork’, een open uitnodiging tot een innerlijk gesprek - november 16, 2024