Het kan een quizvraag zijn. Wat krijg je als je een kunstenaar op pad stuurt met twintig meter canvas, 130 kg verf en een kano en vervolgens combineer je dit met een verblijf van anderhalve maand bij de lokale bevolking in Colombia? Nils Verkaeren ging de uitdaging aan en het resultaat is momenteel te bewonderen bij Kusseneers Gallery in Brussel.
In juli en augustus 2022 trok Nils naar Colombia waar hij dichte wildernis, striemende regen en hevige windvlagen op eenzame bergtoppen trotseerde om zo dicht mogelijk bij de natuur te schilderen. Het resultaat leverde dertien schilderijen op en twintig panelen. Wat mij bij de eerste blik opvalt, is de verschuiving in zijn werk van figuratie naar abstractie. De kunstenaar geeft dit toe, maar voegt er onmiddellijk aan toe dat de meeste van zijn werk wel vertrekken vanuit een geometrische abstractie. Terwijl we op de achtergrond het geluid horen van de documentaire die Nils maakte tijdens zijn verblijf, gaan we dieper in over leven en werk.
Je nieuwe tentoonstelling kreeg de mysterieuze titel ‘Presence of a Mountain’ mee. Een titel die voor mij een bepaalde dreiging in zich meedraagt. Klopt dit?
Ik voel die aanwezigheid niet aan als een dreiging. Het gaat eerder over zijn aanwezigheid in relatie met ontoegankelijkheid: die berg is er, constant, je kijkt ernaar en hij lonkt. Maar hij bleef tot op de laatste dag enkel aanwezig.
Je hebt in veel verschillende landen gewoond en gewerkt. Hoe hebben deze ervaringen je werk beïnvloed?
Dit heeft mij inderdaad hard beïnvloed. Na de academie ging ik voor het eerst op reis naar Argentinië. Ik wilde wegkomen van de traditionele benadering van landschapsschildering, leren werken op verschillende locaties, bevrijd van de steriele benadering van het atelier. Hierdoor liet ik het oncontroleerbare toe in mijn werk. Het weidse licht in Patagonië is nu eenmaal anders dan dat in een dichtbegroeid oerwoud. Opkomende mist kan vormen veranderen of zelfs vernietigen waardoor je naar herinnering moet schilderen. Ook de plek waar je schildert heeft invloed. Denk maar aan het licht in de werken van David Hockney. Los Angeles is totaal anders dan Frankrijk.
Merk je zelf een verandering op in je werk?
Ik heb veel historisch onderzoek gedaan naar hoe een landschap in het verleden geschilderd werd. In het begin bleef ik dichter bij het fotografische. Daarna werden mijn schilderijen samenvattingen van de tijd die ik in het landschap doorbracht. Ondertussen is het landschap een alibi geworden om te schilderen, om te kijken wat ik met olieverf en canvas kan bereiken. Ik deconstrueer het landschap en reconstrueer het daarna op doek. Ik schilder in functie van het werk, niet van wat ik zie. Ik verklaar me nader. In het begin schilderde ik vooral de planten en vormen die ik waarnam. Nu is mijn werk suggestiever geworden en probeer ik de emoties te vatten die ik tijdens het schilderen ervaar. Hoe zet je eenzaamheid of hoop op canvas? Hoe ervaar ik deze en hoe transformeer ik deze gevoelens op doek? Dit in tegenstelling tot vroeger waar ik meer toonde wat ik zag. Maar de veranderingen kunnen nog dieper gaan. In Patagonië kon ik door de weersomstandigheden gewoon niet ter plekke schilderen en werd ik gedwongen te werken naar de beelden zoals ik ze in mijn geheugen had opgeslagen. Hierdoor wordt mijn werk emotioneler, abstracter, suggestiever.
Het valt me inderdaad op dat in veel van je werken je je focust op de creatie van een bepaalde sfeer of emotie.
Ik probeer de kijker mee te nemen in mijn gevoelswereld. Soms voelt de jungle aan als een groene kooi waarin je gevangen zit. De kleinste lichtinval zorgt dan voor een gevoel van vrijheid en herwonnen hoop te kunnen ontsnappen. Die strijd wil ik laten voelen in mijn verf en penseelvoering. Ik vergelijk het met het werk van Patinir en Brueghel waarin je ook kan verdwalen, maar toch kan je bepaalde structuur zien en voelen. Bij mij is alleen het licht de ingang om in of uit te stappen.
Je hebt samengewerkt met andere kunstenaars en je geeft ook les. Hoe hebben deze samenwerking en onderwijservaring invloed gehad op je werk?
Dat klopt. Je kan niet ontsnappen aan de canon die je helpt beelden op te bouwen. Ik was verliefd op de geur en de materie van de verf. Tijdens de les leerden we ook beelden analyseren en in mijn thesis onderzocht ik hoe het landschap de kunstenaar beïnvloedt. Deze vraag bood me ook de mogelijkheid om tal van kunstenaars zoals Tinus Vermeersch, Yves Beaumont, Stijn Cole, … te interviewen. En onbewust neem je zaken over in je aanpak. Daarom is het goed om af en toe in afzondering te gaan en afstand te nemen van je klankborden waardoor je verplicht wordt eigen beslissingen te nemen. Op die manier schilder je jezelf vrij omdat je minder bewust over bepaalde zaken gaat nadenken.
Daarom dat ik ook graag les geef: het dwingt je uit je zelfverklaarde isolement te komen en tegelijk voedt de wisselwerking met de studenten je ook.
In een vorig interview verwees je naar 16- puntenmanifest. Hoe staat het daar mee?
Dat manifest was een toespitsing op Walden van Henry David Thoreau. Die punten begeleidden en ondersteunden me tijdens mijn eerste trips. Het waren toen ankerpunten, Nu volg ik ze niet meer zo strikt. Opstaan voor dag en dauw en een wandeling maken, doe ik nog. Maar andere punten zijn naar de achtergrond verdwenen. Misschien een goed moment om ze nog eens te overlopen.
Heb je een lievelingsland waar je naartoe trekt?
Ik weet het niet want ik heb nog niet alle landen bezocht. (lacht). Elk land heeft bepaalde bijzondere aspecten die ik meedraag en in mijn werk gebruik. Zo is er het steeds veranderlijke licht van Colombia en de uitgestrektheid van Patagonië.
En heb je al zicht op nieuwe projecten?
In Ekeren ga ik in juni een groot landschapsschilderij maken. Daarna trek ik naar het Herman Teirlinckhuis ter voorbereiding van de Zenne-triënnale. In het huis van de schrijver treed ik visueel in dialoog met het landschap waarover hij schreef. In augustus en september ga ik naar Marrakesh. Ik heb een mooie bedoeïentent gevonden die ik tijdens mijn verblijf daar als canvas ga gebruiken. En dan speel ik natuurlijk nog altijd met het idee om naar Mongolië te trekken. Ik hoop in de zomer van 2024 met een aantal muzikanten, schrijvers, fotografen, filmers en dergelijke audiokunstenaars daarheen te trekken. Te paard trekken we dan met de tent het wijde landschap in. Op het einde van de dag slaan we de tent op en blijven daarna een dag ter plekke om kunst te maken. De bedoeling is om de kunstwerken achter te laten en na een maand terug te keren om te zien hoe mens en natuur met het werk omgegaan zijn. Dus om kort op je vraag te antwoorden. Ja, dus.
De tentoonstelling Presence of a Mountain is nog tot 20 mei te bekijken bij Kusseneers Gallery, Menenstraat 10, 1080 Brussel.
- Middernacht in een perfecte illusie, de vervreemde schoonheid van Michiel Deneckere - oktober 28, 2024
- In de schaduw van Thoreau, de natuur als levend organisme - oktober 17, 2024
- Wanneer de mens zijn troon verliest - september 27, 2024