Ze willen niet vergeleken worden, dus we zijn gewaarschuwd. Toch is het moeilijk niet de gelijkenissen in hun expressieve werk te zien, als we uitgenodigd worden in het gezamenlijke atelier van Manon De Craene en Elisia Poelman. Maar er zijn ook genoeg verschillen om bij beiden de flaveur van een beloftevol oeuvre te ontwaren.
Hoewel ze een atelier delen, met nog twee andere kunstenaars in de ruimtes van NUCLEO aan de Lindenlei in Gent, onthouden ze zich meestal van commentaar op het werk van de ander. Ze vinden het wel fijn om elkaars evolutie te volgen en te bekijken hoe schilderijen elke keer weer rijpen. Hun levensparcours tot hiertoe liep opmerkelijk gelijk, met een jaartje verschil. Beiden volgden middelbaar en hoger onderwijs aan Sint-Lucas in Gent. Op maandag zijn ze wel samen, dan tekenen ze met een aantal andere kunstenaars naar levend model. Een intieme samenkomst onder artiesten, jong en oud. Meer moet dat niet zijn om het creatieve vuur brandende te houden.
Elisia Poelman verklapt me dat in het mozaïek van tekeningen die ze aan de muur heeft opgehangen, ook modeltekeningen zijn te vinden. Slechts met veel moeite weet ik ze te ontdekken, omdat ze zo opgaan in de andere tekeningen die voornamelijk landschapsbeelden lijken te brengen. “Ik bekijk graag alles als een landschap, ook het menselijke lichaam.” Met een koffer en twee grote tassen vol materiaal, gaat ze vaak tekenen op locatie. Tekenen, noemt ze het graag, maar ze bedient zich hierbij zowel van verf, stiften, potloden als oliekrijt. “Mixed-media”, zegt ze. Altijd in schetsboeken, op losse blaadjes lukt het niet. “Ik denk dat een schetsboek me de vrijheid geeft om te experimenteren, me minder druk bezorgt om direct een goede tekening te maken. Ik hou van die speelsheid en spontaneïteit, het mag mislukken. In een tekening zit een groter je-m’en-foutisme dan in een schilderij.”
Atelierbeeld Elisia Poelman
Ongetemde dans
De explosie van kleur in haar werken maakt ons blij. Het geeft energie, het is opwekkend, het is lichtvoetig. Het plezier van het schilderen, de liefde voor kleur en verf, spat van de doeken af. Maar er zit ook een grote sensitiviteit, een grote fragiliteit in. Ze stipt haar landschappen aan met voorzichtige toetsen, laat kleuren met elkaar communiceren maar niet al te dwingend, heeft een sensibele schriftuur. Soms is ze stoutmoedig met wat fluo, met wat brede vegen, maar je voelt hierbij ook nog het zoeken. En dat aarzelende zoeken maakt het zo mooi. Het is werk waarbij bravoure voorlopig nog ingehouden blijft, een temperen dat interesse en goesting wekt bij de kijker.
Hoe anders is dan de ongetemde dans met verf van Manon De Craene. Ballet versus rock-‘n-roll, fluisteren versus uitgelaten schreeuwen, stilzwijgend schrijden versus stevig stappen. Elisia heeft soms angst voor het witte doek, Manon nooit. Het is een gevoel dat ze niet kent. Ze zet aan, en ziet waar de verf haar heen brengt. Haar vingers mogen meespelen, ze wrijft en wroet, en laat her en der agressie toe met oliesticks. Haar kleurenpalet is ook minder gedeisd – ze durft te confronteren, daagt uit, laat je als toeschouwer worstelen met haar talloze slingerende felgekleurde lijnen. “Iemand zei me dat er zelden vlakken ontstaan in mijn werk. Dat is inderdaad zo. Ik blijk voornamelijk te schilderen in lijnen, stippen en strepen.” Een frenetiek gekronkel is het op haar doeken, zeer oppeppend alsof je net een energieshotje nam. Ze zegt dat ze het gevoel heeft te dansen voor haar doeken, en wij krijgen zin om te dansen als we ervoor staan. De energieoverdracht is gelukt.
Atelierbeeld Manon De Craene
Pure liefde
Het werk van beiden lijkt te refereren naar de natuur, maar eigenlijk is dat niet wat ze beogen. Het zijn slechts vormen die ze aangrijpen om onderzoek te doen naar de verf, naar de vele mogelijkheden van de materie, naar ritme, evenwicht, contrast, licht en donker op een doek. Ze willen expliciet allebei geen (figuratief) verhaal vertellen, en vonden het soms lastig als op de academie werd gevraagd naar hun concept. Hun verhaal is dat van de pure liefde voor het schilderen. Zij hebben aan de verleiding van hun materiaal genoeg, zijn gebiologeerd door kleur en vorm, en willen zo uitmuntend worden in hun behandeling hiervan, dat ze louter ook daarmee de kijker zullen verleiden.
Dat lukt. Wij vallen voor deze twee dames, zonder pretentie, maar met een grote werklust. “Het wordt tijd dat we nu naar buiten treden”, opperen ze. Het zijn harde werkers, die de traagheid van het ambacht kennen, weten dat de kracht zit in onderzoek, tijd geven, laten rijpen. Maar soms is het ook nodig je werk te laten communiceren met de buitenwereld. Hun beider boodschap is duidelijk: een kunstenaar hoeft niet zwaarmoedig te zijn, niet gebukt te gaan onder tormenten. Ze schudden het juk af van vorige generaties, en schrijven zich in in een verfrissende nieuwe stroom, van kunstenaars die de vrolijkheid vieren, die plezier vinden in hun werk, die dat schaamteloos uiten als ernaar wordt gevraagd. Elisia: “Men zegt soms: ik zie dat je gelukkig bent in je werk. En dat klopt. Schilderen houdt me mentaal gezond, gefocust en scherp. Het is mijn redding, zo kan ik de wereld en haar vele prikkels aan.”
Tante nonneke
Voor het te vrijblijvend lijkt: ze praktiseren wel degelijk een grote sérieux in hun werk. Vrolijk en speels in de uitvoering wil niet zeggen dat de weg ernaartoe altijd over rozen gaat. Loslaten is voor beiden een grote oefening, de intuïtie laten dicteren, het nadenken doen verstommen. En daarnaast willen ze zichzelf blijven uitdagen, de lat voor zichzelf blijven verleggen. Elisia heeft zich het objectief vooropgesteld om honderd miniatuurschilderijtjes op triplex te maken, voor een expo in Aalst binnenkort. “Ik wil mezelf blijven overtreffen”, benadrukt ze.
Manon koos een ander doel. We raken immers geïntrigeerd door kleine sculpturen met postkaarten, die aan de muur hangen, deels lijken te zweven. Je kunt ze ook zien als 3D- schilderijen, die uit hun kader, uit hun oevers treden. Manon: “Mijn tante nonneke deed me al haar verzamelde postkaarten cadeau. Oorspronkelijk maakte ik hiermee collages, die de leidraad vormden voor mijn ander werk. Maar meer en meer zijn ze autonoom geworden. Ik verknip ze, buig ze om tot nieuwe vormen, onderzoek hiermee de ruimte. Ik koester een fascinatie voor scenografie. Mijn droom is om met deze kaarten een grote installatie te maken, waar je doorheen kunt wandelen. Geen evidente opdracht, maar ik wil mezelf blijven verwonderen. Er is toch niets mooiers dan dat je als kunstenaar op een dag met frisse ogen naar je werk kijkt en denkt: heb ik dat gemaakt?”
Dit artikel verscheen eerst in TheArtCouch magazine #8. Klik hier om het na te bestellen, of andere ontbrekende nummers van TheArtCouch!
- Selina De Maeyer, schilderen met licht, met het Licht - juni 15, 2024
- Eéndagsexpo: Jet de Kort toont recent werk bij SECONDroom - mei 18, 2024
- Bottelare toont kunst in mooie tuinen - mei 4, 2024