Een slingerende tarzan baant zich een weg door een wirwar van exotische planten. Doorheen de glazen koepel verjaagt de zon het dominante zwart. De belofte van een zonnigere toekomst? Of vormt de koepel een bescherming tegen het verblindende licht van een te uitbundige wereld? We staan voor een van de imposante houtskooltekeningen van Benny Luyckx, tijdens de jaarlijkse fundraising bij WARP. Wanneer kunstwerken zoveel vragen oproepen, trek ik met veel plezier richting het atelier op zoek naar antwoorden.
Goed of slecht
Ik bezoek Benny Luyckx op een koude januarimorgen. De warmte stroomt me tegemoet wanneer hij me begroet. Hij is niet alleen. Vele gezichten staren me aan. Zowel vriendelijke als strenge en norse blikken begeleiden ons op weg naar de woonkamer. Portretten bedekken de muren. Nog geen spoor van houtskool te ontdekken, olieverf zwaait hier de plak. Wie zijn deze mensen? Zijn ze goed of slecht? Benny schept klaarheid over het portret van een vrouw in een blauw-wit gestreepte bloes: “Deze charmante dame was een kampbewaakster tijdens WOII.”
Elke dag maakt Benny kunst begrijpbaar voor zijn studenten aan de Academie van Sint-Niklaas. “Kunst hoeft niet hermetisch te zijn, kunst is er voor de mens”, oppert hij. De mens, in relatie tot de natuur en de dood, staat centraal in al zijn werken. We praten over hoe de Brexit een welvarende maatschappij in twee kampen verdeeld heeft. En hoe dergelijke polarisaties nog verder kunnen ontsporen. “Hoe kan het dat een mens in een welvarende samenleving in staat is tot gruwel? En welke positie zou jij innemen? Kiezen voor de veiligheid van jezelf en geliefden ten koste van vrije meningsuiting?” Benny port me met pregnante, universele vragen. Ze werden de insteek voor een reeks portretten over WOII.
Hij portretteerde zowel goede als slechte mensen. Enkel te onderscheiden door de witte Romeinse cijfers die Benny aanbracht op hun voorhoofd. Mensen met misdaden op hun kerfstok worden zowel ontmenselijkt als ontmaskerd door deze nummering. Het zijn in dit geval de vijftien deelnemers aan de beruchte Wannseeconferentie. Tijdens een etentje in de bij Berlijn gelegen Villa Marlier werd het lot van een gans volk beslecht. Op 20 januari 1942 besloten deze mannen in minder dan twee uur tijd om de Endlösung uit te voeren. Deze beslissing veranderde gewone vaders en echtgenoten in beulen en moordenaars. Dit choquerende moment in de geschiedenis werd meermaals verfilmd, zoals in de met een Golden Globe bekroonde film The Conspiracy (2001).
Daartegenover plaatst Benny portretten zonder nummers, geïnspireerd door heldenverhalen. Hij vertelt het verhaal achter het schilderij van de Duitse studente Sophie Scholl. Een jonge verzetsstrijdster die op eenentwintigjarige leeftijd werd geëxecuteerd met de guillotine. Haar laatste woorden waren: “Hoe kunnen we verwachten dat gerechtigheid de overhand krijgt als er bijna niemand bereid is om zich individueel aan een rechtvaardige zaak over te geven? Zo’n fijne, zonnige dag, en ik moet gaan, maar wat doet mijn dood ertoe, als door ons duizenden mensen worden gewekt en tot actie worden aangezet.”
Benny wijdt verder uit over de meubelmaker Georg Elser. Op zijn eentje beraamde hij een bomaanslag tegen Hitler. Finaal koste het zijn eigen leven. “Het is gevaarlijk om te oordelen als je een oorlogssituatie zelf niet hebt meegemaakt”, besluit Benny. Als kunstenaar verdiept hij zich volledig in zijn onderwerp om er vervolgens zijn eigen vertaling aan te geven.
Waarom ben je kunstenaar?
Ruim twee jaar werkte Benny aan deze portretreeks. Hij baseerde zich hiervoor op fotomateriaal, waaruit nieuwe beelden ontstaan. Eerst laat hij ze rijpen en rusten in zijn hoofd, daarna komen ze terecht in schetsboekjes, die overal rondslingeren in zijn atelier. Ook zijn studenten daagt hij uit om geen beelden te kopiëren, maar op zoek te gaan naar een spanning tussen onderwerpen. “Stel jezelf de vraag welke kunstenaar je wil zijn”, leert hij hen. Benny wil kunst brengen die doet nadenken. “Schone dingen maken is geen kunst.”
Een opmerkelijke visie, want Benny genoot een vrij conservatieve opleiding schilderkunst aan de Academie van Antwerpen. “Ik heb er technisch schoon leren schilderen”, zegt hij. “De vraag naar wat je als kunstenaar te vertellen had, werd niet gesteld.” De lange zoektocht naar het waarom van zijn praktijk kwam bij Benny pas na zijn opleiding. Als leraar schilder- en tekenkunst nodigt hij nu ook zijn leerlingen uit om te zoeken naar hun artistieke essentie.
Houtskool op papier
Nog voor hij in Antwerpen schilderkunst ging studeren, startte hij aan Sint-Lucas in Gent de opleiding vrije grafiek. Tijdens deze studies leerde hij werken met houtskool. “Maar ik was gebuisd,” vertrouwt hij me toe met een knipoog, “zonder enige uitleg van de leerkrachten.” Voor een gebuisde student brengt hij het er niet slecht vanaf. Ook de kleinere tekeningen in houtskool zijn prachtig uitgevoerd en dragen ook weer die menselijke boodschap uit.
De stigmatisering van bepaalde kwetsbare groepen, zoals joden, zwarten, zigeuners of vluchtelingen, vertaalt hij door vlekken in hun gezicht aan te brengen. In A Woman verwijst hij eveneens naar de damesportretten van Hans Holbein de Jonge. Deze zestiende-eeuwse schilder portretteerde dames met sjaals om het hoofd gewikkeld, wat destijds werd beschouwd als een normale klederdracht.
Dezelfde subtiliteit om maatschappelijke thema’s aan te kaarten, vinden we terug in zijn vertaling van de vluchtelingencrisis. De beroemde ‘Grote Golf van Kanagawa’ van de Japanse kunstenaar Hokusai herwerkt Benny tot een tafereel met dreigende wolken en minuscule oranje stipjes, verwijzend naar de reddingvesten van vluchtelingen. Het witte frame refereert aan een zoekende camera.
“Deze grote houtskooltekening is nog niet volledig af”, vertelt Benny me nog alvorens ik het ruime atelier achter het woongedeelte binnenstap. En hier sta ik even met mijn mond vol tanden. Een gigantisch wild landschap nodigt me uit. “Stap er maar in, zegt Benny, “en verdwaal even in deze fantasie. Is het een gevaarlijk of een aards paradijs? Zijn de planten giftig? Zit er een monster verborgen achter de struiken?”
Zo moeten de ontdekkingsreizigers zich gevoeld hebben in een ondoordringbare jungle, bedenk ik. Het kan echter ook de wereld zijn van gamers, op zoek naar spanning vanachter hun veilige computerscherm. De grids zijn een verwijzing naar de games, die net zoals kunst een vorm van escapisme zijn. Is dit dan een werk zonder een mensfiguur, vraag ik hem? “Nee hoor, als je goed kijkt, zie je een ‘adam’ gehurkt zittend aan de rand van het struikgewas.” Wat de invloed is van onze moderne wereld op de natuur, is maar een van de vele vragen die het werk oproept.
De Stad Sint-Niklaas komt binnenkort langs om een van zijn houtskoolwerken aan te kopen. WARP zal tijdens het jaarlijkse kunstenparcours Coup de Ville het werk Eden tentoonstellen. Een Antwerpse galerie is eveneens geïnteresseerd in zijn werken. Zijn subtiele manier om de menselijkheid achter universele thema’s aan te kaarten, gecombineerd met een uitstekend vakmanschap, raakt duidelijk vele mensen. De studenten aan de academie mogen zich heel gelukkig prijzen met deze leraar.
Ontdek meer op op www.bennyluyckx.be