Kunst, blasfemie en de paradox van vrijheid in een merkwaardige expo gegoten

Kunst en vrijheid lijken haast onlosmakelijk met elkaar verbonden. Sinds de romantiek hebben kunstenaars een vrijheid opgeëist waar ‘gewone stervelingen’ alleen maar van kunnen dromen. Anders denken, zich ontdoen van maatschappelijke conventies, de heersende moraal terzijde schuiven en de geest vrij laten experimenteren—het hoort bij het beeld van de ontembare kunstenaar die zijn wildste fantasieën loslaat op een onvoorbereid publiek. Geen wonder dat kunstenaars vaak worden bewonderd, of zelfs aanbeden, door een samenleving die heimelijk jaloers is op die mentale speelruimte.

Maar hoe grenzeloos is vrijheid eigenlijk? Recente schandalen (en minder recente, voor wie een langere geheugenboog heeft) laten zien dat zelfs de meest kunstminnende geesten grenzen kennen. Kunstenaars die grenzen opzoeken en verleggen, stuiten vroeg of laat op een muur. Soms stevig, soms nog zacht en buigzaam, maar toch. Veel taboes zijn al gesneuveld dankzij de kunst, terwijl andere koppig standhouden of voorzichtig balanceren in een grijze zone.

Een taboe dat verrassend genoeg vaak tussen de mazen van het net glipt, is blasfemie. Al eeuwen een dankbaar thema in de kunst, maar met minder risico’s dan vroeger. De tijden dat je voor een blasfemische uitspatting op de brandstapel belandde, liggen in ons ‘verlichte’ Westen wel achter ons. Toch betekent dat niet dat alles zomaar door de beugel kan.

Getuigt het van een verfijnde vorm van ontwikkeling wanneer we samen met Nietzsche scanderen dat God dood is? Of verbergt die gedachte enkel een licht neurotische drang tot vaderlijke opstandigheid? De ontvoogding van religie hangt nauw samen met het moderne idee van individualiteit—dat we eindelijk ons ware ‘zelf’ vinden, of in ieder geval flink op weg zijn. Kunstenaars lijken hierin vaak een gidsende rol te spelen. Kunst draait immers bij uitstek om zelfexpressie, een ultiem bewijs van eigen bestaan. De laatste decennia lijken kunstenaars zelfs het laatste restje verplichting van zich af te schudden om hun werk nog enige andere betekenis te geven dan deze persoonlijke expressie. Zelfs moraal en religie hebben het onderspit moeten delven in de zoektocht naar autonomie.

De tentoonstelling Nom de Dieu, gecureerd door prof. em. Willem Elias en Kathleen Van Nuffel, docent niet-confessionele zedenleer, plaatst deze vraag in het hart van de discussie. Hier komen kunstenaars samen die, tja, hoe zeg je dat elegant… een vorm van blasfemie bedrijven. Maar volgens Willem Elias is het allesbehalve gratuit: “Blasfemie is nu eenmaal een deel van de methodiek van het vrije denken.”

Een interessante paradox, want door religie te relativeren, bevestig je haar bestaan juist. Is blasfemie dan eigenlijk niet hetzelfde als de dood bespotten? Het lijkt op een bezweringsritueel: tegelijkertijd ontzag tonen én bevestigen wat we diep vanbinnen vrezen.

Kunst nodigt ons uit om zulke gedachte-experimenten te verkennen. “Kunst is kunst juist door haar gelaagdheid en de ruimte voor interpretatie,” zegt Jan Van den Brande van deMens.nu, een van de organisatoren. “Neem bijvoorbeeld het werk Holy Cow van Tom Herck. Enerzijds kun je het zien als een blasfemische afbeelding van de gekruisigde Christus. Maar anderzijds symboliseert het ook onze kwetsbare dierlijke conditie, waarin het lijden en opofferen van dieren een spiegel vormt voor Christus’ lijden.” Blasfemische kunst—what’s in a name—is dus niet per se antireligieus. Het daagt ons uit om religie vanuit een ander, misschien meer bescheiden perspectief te bekijken.

Jan benadrukt dat satire, kritiek en blasfemie essentieel zijn voor de Westerse cultuur en kunst. “Van de Renaissance tot nu verkennen kunstenaars deze traditie om na te denken over vrijheid, religie en cultuur.”

Blasfemie hoeft dus niet respectloos te zijn, hoe gek dat ook klinkt. Net zoals kunst zelf, is het een manier om tegenstellingen te overstijgen. Grenzen verleggen opent nieuwe gebieden, maar brengt ook een hernieuwde blik op het bekende. En is dat niet waar kunst, en misschien zelfs vrijheid, uiteindelijk om draait?

foto’s © VUB / Liesbet Peremans


De expo Nom de Dieu loopt nog tot 15 februari in Pilar @ VUB Main Campus, Pleinlaan 2, 1050 Elsene . Pilar is het gemakkelijkst te bereiken via campusingang 8 aan de Triomflaan 

Deelnemende kunstenaars: Guillaume Bijl, Elke Andreas Boon, Hilde Braet, Raymond Minnen, Liliane Vertessen, Wim Delvoye, Carmen De Vos, Dees De Bruyne, Ronny Delrue, Peter de Cupere, Frank JMA Castelyns, Jo De Smedt, Freddy De Vierman, Roland Minnaert, Marcel Mariën, Félicien Rops, Bart Ramakers, Pjeroo Roobjee, Jan Van Imschoot,  Axel Daeseleire, Rob Vanoudenhoven, Tom Herck, Frank Maieu, Mr Donka, Jan Van Oost, Peter Weidenbaum 


Author: Frederic De Meyer

Share This Post On

Submit a Comment

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Pin It on Pinterest

Deel dit artikel op