Met de tentoonstelling Dwaalsporen bundelt Stefan De Pauw niet alleen werken die verschillende decennia overspannen. Het enigmatische woord dekt ook de werken die niet getoond worden, pistes en plannen waar nooit beelden uit voorkwamen. In zijn woning in Borgerhout neemt de fotograaf ons mee langs (on)betreden -soms filosofische- paden naar zijn eerste tentoonstelling die binnenkort opent in Brugge.
Het begrip “dwaalsporen” roept een diepgaande filosofische reflectie op over de aard van het menselijk bestaan en de zoektocht naar betekenis in ons leven. Dwaalsporen kunnen zowel letterlijk als figuurlijk worden geïnterpreteerd, en beide perspectieven bieden inzichten in onze menselijke ervaring.
Wanneer we spreken over letterlijke dwaalsporen, zoals verdwaald raken in een onbekend gebied, kan dit worden gezien als een metafoor voor de onvoorspelbaarheid van het leven. We kunnen onze koers uitzetten, doelen stellen en plannen maken, maar we zullen vaak onverwachtse wendingen en obstakels tegenkomen die ons van ons pad afbrengen. Dit roept vragen op over controle en determinisme. Zijn we echt de meesters van ons lot, of zijn we onderhevig aan de willekeur van de omstandigheden? Misschien ligt de essentie van het leven juist in het omarmen van deze dwaalsporen, in het leren navigeren door onbekende terreinen en in het vinden van schoonheid in de onverwachte ontmoetingen onderweg.
Figuurlijke dwaalsporen verwijzen naar de complexiteit van menselijke gedachten, emoties en overtuigingen. Vaak worden we geleid door ideeën, aannames en overtuigingen die ons misschien niet altijd naar de meest zinvolle of waarheidsgetrouwe bestemming leiden. Dit nodigt ons uit om kritisch na te denken over de paden die we in ons denken volgen. Zijn onze overtuigingen gebaseerd op solide gronden, of zijn ze gebaseerd op illusies en vooroordelen? Het verkennen van dwaalsporen in ons denken kan leiden tot een diepere zoektocht naar waarheid en betekenis.
Tot slot kunnen “dwaalsporen” ook worden geïnterpreteerd als een herinnering aan de schoonheid van toeval en spontaniteit in ons leven. Soms zijn het juist de zijpaden, de ongeplande omwegen, die ons de meest waardevolle ervaringen opleveren. Het herinnert ons eraan dat het leven niet altijd rechtlijnig hoeft te zijn en dat de meest verrassende ontdekkingen vaak plaatsvinden wanneer we ons laten leiden door onze nieuwsgierigheid en intuïtie.
Letterlijke en figuurlijke dwaalsporen vormen wellicht de rode draad in vele levens. Ook bij Stefan is dit het geval. Een ding was echter wel op vrij jonge leeftijd duidelijk voor hem: van een creatieve bezigheid zijn beroep maken.
Kun je ons iets vertellen over je artistieke achtergrond en hoe je in de kunstfotografie terecht bent gekomen?
In mijn tienerjaren had ik inderdaad de wens om mijn creatieve passie om te zetten in een beroep, maar ik besefte al snel dat modelbouwer of striptekenaar wellicht niet de meest realistische carrièrepaden waren. Op mijn zestiende nam ik de beslissing om te experimenteren met fotografie. Mijn vader bezat een eenvoudige spiegelreflexcamera, en hij had zelfs een huis-tuin-en-keuken vergroter. Telkens wanneer ik foto’s wilde afdrukken, werd onze keuken omgetoverd tot een tijdelijke donkere kamer. Met een groep vrienden en een kruiwagen vol rekwisieten gingen we naar een verlaten fabriek in ons dorp. Op dat allereerste rolletje film stonden enkele iconische beelden. Het werd duidelijk dat mijn toekomst in de wereld van de fotografie lag.
Na mijn afstuderen als fotograaf raakte ik steeds meer geïntrigeerd door de mogelijkheden op het gebied van grafische vormgeving. Gedurende enkele technische banen leerde ik mezelf de kunst van grafisch ontwerp totdat ik er zeker genoeg van was om het als mijn beroep na te streven. Ik heb ook een diepe liefde voor typografie en zelfs voor de technische aspecten van toegepaste grafische vormgeving. Op een gegeven moment kon ik mijn fotografische vaardigheden ook in mijn werk integreren, en zo vielen de puzzelstukjes op hun plaats.
Is er een werk dat je deed beslissen om kunstenaar te worden?
Tijdens een reis naar Parijs in mijn laatste jaar van de middelbare school kregen we een vrije namiddag. In plaats van met de rest van de klas op café te gaan, zwierf ik alleen rond. Ik belandde bij het Centre Pompidou en besloot de trap naar boven te nemen. Daar was op dat moment een overzichtstentoonstelling van Jean Tinguely. Het was een overweldigende ervaring en het drong tot me door dat je met je artistieke kant ook een boeiend pad in het leven kunt bewandelen.
Hoe zou je je artistieke stijl omschrijven en hoe heb je deze ontwikkeld?
Ik zou deze durven omschrijven als een fusie van spanning, zachtheid, kracht en poëzie. Spanning in mijn kunst komt voort uit het samenbrengen van tegenstellingen. Ik zoek naar manieren om contrasten te integreren, zoals licht en schaduw, kleur en monochromie, orde en chaos. Deze tegenstellingen creëren visuele impact en intrigeren de kijker door hen uit te dagen de diepere betekenis te ontdekken. Zachtheid wordt bereikt door aandacht voor detail, textuur en subtiele nuances. Ik probeer gevoelens van sereniteit en harmonie over te brengen, zelfs in de meest dynamische composities. Dit creëert een gevoel van intimiteit tussen het kunstwerk en de toeschouwer. Kracht komt dan weer voort uit de expressie van emotie en concept. Ik gebruik krachtige beelden en symbolen om betekenis en diepte aan mijn werk te geven. Deze kracht kan zich manifesteren in de vorm van kleuren, gedurfde invalshoeken of provocerende onderwerpen. Poëzie ten slotte komt voort uit mijn verlangen om verhalen te vertellen en de verbeelding van de kijker te stimuleren. Ik probeer momenten van verstilling en contemplatie te creëren, waarin de toeschouwer wordt uitgenodigd om hun eigen interpretaties en emoties aan mijn werk toe te voegen.
Welke technieken en apparatuur gebruik je om je artistieke visie vast te leggen?
Ik had het geluk om mijn opleiding te volgen nog voor de digitale camera’s aan land kwamen. Ik heb uit dat analoge tijdperk dan ook toestellen met alle gangbare formaten, van kleinbeeld tot 4×5 inch. Ik heb intussen ook een degelijk digitaal toestel en de komst van de iPhone heeft ook een enorme invloed gehad. Dat is voor mij als een digitaal zakmes dat ik altijd en overal gebruik. Een fitnesstoestel voor mijn blik.
Ik heb trouwens een hekel aan de minachting die nog altijd leeft omtrent smartphone fotografie. Ik prijs me gelukkig dat ik een groot scala aan materiaal heb om uit te kiezen maar het maakt me niet uit of ik het beeld dat ik voor ogen had, gemaakt heb met een schoendoos met een gaatje in of een technische camera op een statief waar je twee personen voor nodig hebt om het op te tillen. Of om Cartier-Bresson te citeren: “Beelden worden per slot van rekening gemaakt met het oog, het hart en het hoofd.”
Hoe ga je om met de uitdagingen op je fotografisch pad?
Bij het maken van kunstfoto’s kom ik verschillende uitdagingen tegen, vooral in mijn studiowerk. Een van de grootste uitdagingen is de spanning tussen de abstracte ideeën en beelden in mijn hoofd en de praktische uitvoering ervan. Het kan soms verleidelijk zijn om deze spanning te vermijden door lukraak te experimenteren, wat soms wel resultaten oplevert maar ook een berg ruw materiaal kan genereren. Ik sta open voor het toeval, maar ik probeer ook van tevoren enige richting te geven aan mijn creatieve proces. Een manier waarop ik deze uitdaging aanga, is door van tevoren te beslissen of ik een concreet idee in een beeld wil omzetten of dat ik meer abstract wil werken. Ik overweeg ook of ik vertrek vanuit een impuls om te verkennen en te trainen, of dat ik mijn creativiteit laat stromen vanuit mijn innerlijke hoeken. Deze bewuste keuzes helpen me om mijn ideeën om te zetten in tastbare kunstwerken. Interessant genoeg ervaar ik minder hindernissen wanneer ik onderweg beelden maak, omdat de omgeving zich dan van nature aanbiedt. Dit biedt een andere dynamiek en minder strikte planning, waardoor ik meer ruimte heb om spontaan te reageren op wat ik tegenkom.
Waar vind je inspiratie voor je werk?
Mijn aanpak is meer praktisch dan conceptueel; ik ben een beeldmaker in hart en nieren. Ik streef ernaar dat het eindresultaat niet afhankelijk is van trucjes, maar ik maak wel graag gebruik van allerlei technische mogelijkheden, zowel digitaal als analoog. Ik voeg vaak lagen toe aan de realiteit, wat soms neigt naar grafisch werk. Inspiratie is overal aanwezig. Natuurlijke vormen en vondsten inspireren ook. Ik heb de neiging om deze ontdekkingen te transformeren tot iets nieuws, waarbij ik probeer de vorm zelf te overstijgen. De laatste jaren heb ik opnieuw ontdekt dat fotografie mijn ware moedertaal is.
Naast inspiratie speelt ook twijfel een rol in het leven van een kunstenaar. Hoe zit dat bij jou?
Twijfel is een gezond aspect van het creatieve proces, en dat geldt zeker ook voor mij. Tegelijkertijd is het van essentieel belang om vaardig te worden in het maken van keuzes. Voortdurend ben ik op zoek naar visuele elementen of inspiratie voor mijn kunstwerken. Hierbij fungeert mijn innerlijke filter als mijn kompas, waarmee ik te midden van de duizenden indrukken om me heen datgene kan selecteren wat het beste mijn eigen visie weergeeft.
Welke invloeden hebben andere kunstenaars en fotografen op jouw werk gehad en hoe heb je deze in je eigen stijl verwerkt?
Ik heb gemerkt dat mijn tijd op Sint-Lukas vooral mijn inspiratiebron was. Tijdens een bezoek aan een tentoonstelling over de eerste 125 jaar van de fotografie raakte ik geïnspireerd door het picturalisme. In die periode was ik ook onder de indruk van het werk van Joel-Peter Witkin, hoewel ik nu zijn werk als te choquerend beschouw. Niettemin heeft zijn vermogen om zware onderwerpen op een poëtische manier vast te leggen me ongetwijfeld geïnspireerd om mijn serie over dieren te maken.
Mijn latere werk ontstaat meer spontaan. Ik besef dat ik mezelf niet altijd op de hoogte houd van de nieuwste ontwikkelingen in de kunstwereld. De overweldigende hoeveelheid informatie kan soms verwarrend zijn. Ik vermijd bijvoorbeeld Pinterest omdat het me overweldigt met talloze ideeën die ik ook graag zou willen uitproberen, terwijl ik al genoeg plannen heb.
Op Instagram volg ik meestal slechts enkele mensen per kunstdiscipline, variërend van beeldhouwers en schilders tot mensen die werken met alternatieve fotografietechnieken. Dit stelt me in staat om gevarieerde invloeden te absorberen en mijn eigen artistieke stem te ontwikkelen.
Wat mogen we van je expo in Brugge verwachten?
In Brugge komen verschillende paden samen. Door nu pas naar buiten te komen met mijn werk lijkt de tentoonstelling meteen een retrospectieve. Er is uiteraard ook recent werk te zien want deze kans werkte als een katalysator en ik kon binnen de planning wel wat tijd nemen om dingen te proberen. Ik had een lijstje met onderwerpen en een met technieken die ik nog zou verkennen. Maar ook een lijstje met titels die ik als trigger voor een beeld wou gebruiken. Wat er echter als eerste uit die goede voornemens kwam was de titel voor mijn tentoonstelling. Ik ben onder het rode licht van de donkere kamer vaak verloren gereden deze zomer maar ik heb ook heel mooie bestemmingen bereikt. Sommige beelden zijn al dertig jaar oud maar staan nu naast nieuwe foto’s die een vervolg zijn op. Het geheel is als een bron met vele smaken.
En tot slot: wat brengt de toekomst nog op artistiek vlak?
Ik heb sinds vorig jaar opnieuw een donkere kamer. Dat voelde echt een beetje als opnieuw geboren worden. Als iemand die in een sciencefictionfilm na tien jaar ontwaakt uit een kunstmatige slaap. Elke doos die ik uitpakte was een blij weerzien en tegelijk groeide het besef dat er ook veel grondstoffen niet meer te koop zijn omdat ze niet meer gemaakt worden of omdat ze verboden werden omwille van nieuwe milieuvoorschriften.
Nu, een jaar later, kom ik al eens tot een klassieke filmontwikkeling en het maken van afdrukken. De tijd daarvoor was als terug leren stappen. Fotogrammen, chemigrammen, lumen prints,… Dikwijls heel experimenteel en abstract werk maar wel binnen de trage workflow die analoge fotografie is.
Ik heb het geluk om een vrij grote collectie aan oude films en papier te bezitten die ik vroeger gehamsterd heb. Al die dingen zijn ook niet meer te koop, zelfs tweedehands kom je zelden nog oud fotopapier of glasplaten tegen maar ik heb in mijn tijdscapsule genoeg voorraad om nog enkele jaren te experimenteren.
DWAALSPOREN – Stefan De Pauw
Fotografie & grafiek
Sint-Jansstraat 8, 8000 Brugge
Vernissage: vrijdag 27 oktober om 19.00 uur
Open op zondag: 29 oktober, 5 november en 19 november
van 14.00 tot 18.00 uur, of op afspraak
Curator: Helena Poupeye
- Rens Cools: kunst als meta-taal, en de podcast als kunstwerk - december 11, 2024
- Nachtdieren: een dialoog tussen licht en schaduw - november 27, 2024
- Middernacht in een perfecte illusie, de vervreemde schoonheid van Michiel Deneckere - oktober 28, 2024