De virtuoze vrijheid van Ilke Cop

(nvdr: in januari won Ilke Cop de tweejaarlijkse Gaverprijs voor schilderkunst. Naar aanleiding hiervan publiceren we hier voor het eerst het interview dat Jan Leysen met haar had in 2022, en dat eerder in TheArtCouch magazine #10 verscheen. De gebruikte beelden werden door Ilke Cop geboden met oog p dit artikel)


Tijdens het kunstparcours PASS kuier ik naar de volgende site. Klaar om verrast, een zeldzame keer ontgoocheld, te worden. Kom ik de kerk van Wannegem binnen, en slaat me daar een groot doek met verstomming. Voor het eerst zie ik een werk van Ilke Cop. Ilke Cop, nooit van gehoord…

Ik weet niet waar eerst gekeken, afstand nemen en het totaal overzien, dichter gaan en details bemonsteren… Met open mond van verbazing en bewondering savoureer ik het werk.

Wie is die persoon die als protagonist op haar doeken fungeert? Een keer heftig, dan weer sensueel of melancholisch. “Je est un autre” dichtte Rimbaud. Ik heb het geluk dat ik haar kan ontmoeten en bevragen. In haar prachtig tijdelijk atelier in het PILAR-gebouw van de VUB, werkt ze, schilderijen, textielwerken. 

(jl) Ik kan jouw werk niet zo goed plaatsen. Enerzijds voel ik een explosieve kracht en tegelijk een bedwelmende sensualiteit. Een ongeremdheid ook; veel vrouwelijkheid en mannelijkheid door mekaar. Kan je me helpen?

(ic) Ik wil los zijn van het binaire denken en man/vrouw-categorie. Onmiskenbaar heb ik, zoals volgens mij de meesten, beide in mij. Als je clichés hanteert waarbij de vrouw internaliseert en kwetsbaar is, terwijl de man naar buiten treedt en krachtig is, dan zie je dat ik beide combineer.

Is dit een feministisch pamflet?

Ik ben een persoon die een vrouw is in een maatschappij die stoelt op eeuwenoude patriarchale structuren. Dat maakt me als persoon onvermijdelijk feministisch, voor iedereen die gelooft in gelijke rechten onafhankelijk van geslacht gaat trouwens hetzelfde op. Er is natuurlijk een spanningsveld tussen mijn werk en deze ongelijke maatschappij, maar dat je daar ‘feministisch’ op kleeft, komt door de maatschappelijke dualiteit. Niet door mij want het werk is gewoon wat het is. Er is geen agenda, geen propaganda. Wel is het correct dat ik de traditionele maatschappelijke filters niet respecteer. Ik ben wie ik  ben en ik toon dat ook. Je kan dat arrogant noemen maar dat is het niet. Zeggen dat je kunst maakt, is op zich een zekere vorm van arrogantie of liever kracht, in die zin dat je vindt dat wat je doet de moeite waard is om getoond en gezien te worden.

Is het eerder exhibitionistisch?

Ja, in de zin dat ik me niet weg steek; anders word je niet gezien. Ik ben  opgegroeid als ééneiige tweeling. Mijn zus is de tofste mens die er is. Toch vonden wij het ellendig om als ‘de tweeling’ bestempeld te worden. Daarom hebben we beide steeds gevochten voor onze eigenheid. Zo hebben we beide een eigen sterke persoonlijkheid ontwikkeld.  Ik wil me graag tonen.

Ik voel toch ook frivoliteit en sensibiliteit.

Zeker en dat wordt vaak geparkeerd als ‘vrouwelijk’. Ik ga dat zgn. ‘zachte’ niet uit de weg; ik laat ook het decoratieve toe. Mijn achtergrond is textiel en mode. Met textiel werken is een ambacht – dat traditioneel als vrouwelijk werd gezien – en ik ben daar best goed in. Ik maak ook textielwerken waarbij ik de materie naar een hoger niveau til door referenties naar de kunstwereld te maken. Zo ontstaat een bijkomende betekenislaag.  Dit neemt niet weg dat ik ook het elegante, het kleurrijke, toon. Ik ben niet bang om mijn eigen gevoel en visie te tonen.

Wil je met jouw werk vrouwen “bevrijden”, aanmoedigen om zichzelf te zijn?

Ik ben in mijn persoonlijk leven activistisch als feministe maar ik wil mij positioneren als kunstenaar. Er is geen feministisch agenda maar ik begrijp dat onze duale maatschappij dat zo ervaart. Voor vrouwen ligt de lat hoger; er is nog te vaak de sfeer van “doe maar veilig, dat is luid genoeg”. Ik ben niet bang om hard te roepen. Mijn oorspronkelijke vrees dat het niet goed genoeg zou zijn, is verdampt. Ik weet wat ik ben en wat ik kan geven. Die evolutie heb ik aan de kunst te danken.

En aan eigenzinnigheid?

Ook. Voorheen werkte ik in de mode en had ik een eigen kledinglijn. In die wereld moet je maken wat men van je verlangt en op het ogenblik dat het door de markt gewenst is. Elk modeseizoen moet er een collectie liggen. Maar ik wilde creëren vanuit mijzelf en niet vanuit een vraag van de markt. Het schilderen en het componeren van m’n eigen beelden in volle vrijheid liet dit toe. Ik maak niet wat men verwacht maar wat ik wil.

De manier waarop jij vrouwen schildert of in een schilderij plaatst, lijkt me uniek; een zeer sterke eigen signatuur. Maar zijn er dan geen voorbeelden of kunstenaars die je inspireren?

Als kunsthistorica, heb ik een rijke beeldenbank in m’n hoofd. Dat helpt in de onophoudelijke zoektocht naar jezelf en naar groei. Ik ga niet imiteren. Zo is Cindy Sherman één van m’n favorieten die me blijft inspireren. Fenomenaal hoe zij zichzelf creëert door net in de huid van de andere te gaan zitten. Vanuit die positie ontdekt ze zichzelf.  Ik ben op een punt dat ik mezelf vrij goed ken. Er is geen afstand tussen wat ik doe en wat ik ben. Ook Frida Kahlo schildert wat ze wil schilderen en niet wat van haar verwacht wordt. Die authenticiteit vind ik zeer belangrijk.

Maar het zijn, is nooit af…

Zeker niet. Ik evolueer voortdurend maar ik mag balanceren. Ik heb als kunstenaar de grote vrijheid om elke dag te kiezen welke stappen ik zet. Die vrijheid is me ongelooflijk dierbaar.

© Ilke Cop: bountiful III (2022) | ProlificI (2021)
© Dave Bruel De PIlaren van Watou

Author: Jan Leysen

Share This Post On

Submit a Comment

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Pin It on Pinterest

Deel dit artikel op