Het Kunstmuseum Den Haag opent met Nachtdieren een duistere poort naar de schemerwereld van Dirk Braeckman en Léon Spilliaert. Twee kunstenaars, gescheiden door tijd en medium, maar verenigd door hun fascinatie voor het licht dat zich slechts via het donker laat kennen. Hun werken vormen geen statisch geheel, maar gaan een dynamische dialoog aan met elkaar, met de ruimte van het museum en met de toeschouwer. Terwijl de nacht haar sluier over de zaal drapeert, worden we uitgenodigd om de fragiele grens tussen licht en donker te betreden.
Het museum, met zijn hoge plafonds en ingetogen belichting, lijkt speciaal ontworpen voor deze ontmoeting. Het is geen anonieme expositieruimte; het voelt eerder als een theater waar schaduwen tot leven komen en licht op subtiele wijze de hoofdrol opeist. De werken van Braeckman en Spilliaert hangen hier niet naast elkaar – ze ademen dezelfde lucht, beïnvloeden elkaars sfeer en vullen elkaar aan, alsof ze al eeuwen in gesprek zijn.
Dirk Braeckman, V.B.-C.N.-11, 2011, gelatinezilverdruk, 180 x 120 cm
De schaduw die ons aankijkt
Dirk Braeckman, een meester van het fotografische grijs, brengt met zijn beelden een intieme stilte naar de zalen. Zijn foto’s – vaak groot van formaat en mat afgewerkt – lijken op het eerste gezicht bijna leeg, bijna anoniem. Maar wie langer kijkt, wordt overspoeld door een mysterieuze diepte. Een van de foto’s toont een onbestemde ruimte, badend in een wazig licht dat evenveel verbergt als onthult. Het lijkt een verlaten kamer, maar wie goed kijkt, voelt haast de aanwezigheid van iemand net buiten beeld. Het is slechts een van de werken die ons uitnodigen om te blijven kijken, ons bewust te worden van onze eigen positie als waarnemer.
Daar tegenover hangt Spilliaerts Zelfportret met blauw schetsboek (1907). De jonge Léon kijkt ons aan, niet met bravoure maar met een schuchtere intensiteit. Zijn gezicht is subtiel belicht, terwijl de rest van zijn lichaam wegvalt in de duisternis. Het blauwe schetsboek in zijn handen licht op als een klein baken van hoop in de somberte die hem omringt. Terwijl Braeckmans beelden ons een leegte tonen waarin we onszelf moeten projecteren, houdt Spilliaert ons een spiegel voor: een man gevangen in introspectie, in dialoog met zijn eigen schaduwen. Samen vormen de twee een fascinerend paar. De onbepaalde ruimte van Braeckman wordt ineens een plek waar Spilliaerts nachtdieren zich zouden kunnen verschuilen.
Léon Spilliaert, zelfportret met blauw schetsboek, 1907, gewassen Oost-Indische inkt, penseel, kleurpotlood en pastel op papier, 500 x 380 mm, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen – Vlaamse Gemeenschap
Licht en donker in een paradoxaal spel
Het is verleidelijk om licht en donker te zien als tegenpolen, maar deze tentoonstelling laat iets veel diepers zien. Donker bestaat enkel bij de gratie van licht; het is een noodzakelijk contrast, een vorm van aanwezigheid. Dit wordt voelbaar in elk werk, of het nu de subtiele gloed is op een muur bij Braeckman of de verstilde nachtelijke taferelen van Spilliaert.
In Spilliaerts nachtelijke landschappen, zoals zijn iconische strandgezichten, sluimert een onwereldse spanning. De horizon lijkt op te lossen in een diffuse mist van schemerlicht, en de weinige aanwezige objecten – een paal, een verre lantaarn – worden gevangen in een schimmig spel van zichtbaarheid en afwezigheid. Deze werken vormen een mooi samenspel met Braeckmans foto’s, waarin schaduw en licht elkaar omarmen en versterken. Hoe meer licht Braeckman toelaat in zijn beelden, hoe donkerder ze lijken te worden.
Eén foto van Braeckman toont een gordijn dat half open hangt. Het licht dat binnenvalt, is niet helder, maar diffuus en zacht. Het trekt lijnen op de vloer en de muur, alsof het zelf onderdeel wordt van de compositie. Hier wordt licht niet langer een middel om zichtbaar te maken, maar een entiteit op zichzelf. Deze subtiele aanpak vindt zijn pendant in Spilliaerts werk. Neem zijn Zelfportret met kaars, waarin een flikkerend licht slechts een deel van zijn gezicht verlicht, de rest verdrinkend in het donker. Beide kunstenaars lijken ons te willen zeggen: kijk niet naar wat het licht onthult, maar naar wat het onzichtbaar maakt.
Dirk Braeckman, N.P.-M.V.-05, 2005, gelatinezilverdruk, 106 x 160 cm
Het licht dat ons bevraagt
Waarom voelen we ons zo aangetrokken tot deze grenszone tussen licht en schaduw? Misschien omdat het donker ons confronteert met onze eigen onzekerheden. Het donker is geen leegte; het is een ruimte waarin we onszelf tegenkomen. Braeckman en Spilliaert tonen ons dat licht slechts een klein deel van de werkelijkheid onthult – de rest blijft gehuld in een raadselachtige duisternis. Deze spanning tussen wat zichtbaar is en wat verborgen blijft, vormt de kern van de tentoonstelling.
Om deze intrigerende wisselwerking verder te verkennen, werd door Hannibal Books een rijk geïllustreerd boek uitgebracht dat als perfecte aanvulling op de tentoonstelling dient. Dit werk is meer dan een catalogus; het biedt een diepgaande reflectie op de thema’s van licht en donker die in het werk van Braeckman en Spilliaert zo centraal staan. Essays van Thijs de Raedt (conservator Kunstmuseum Den Haag) en Steven Humblet (kunstcriticus en fotografiehistoricus) plaatsen de werken in een bredere kunsthistorische context, waarbij zowel de symboliek van schaduw in de kunst als de persoonlijke achtergrond van beide kunstenaars aan bod komen.
Het boek legt ook de nadruk op de subtiele wisselwerking tussen de werken van deze twee meesters. Waar Braeckman via zijn lens zoekt naar de nuances van het onbekende, weet Spilliaert met penseel en houtskool een vergelijkbare introspectieve diepte te bereiken. De publicatie onderzoekt hoe deze schaduwrijke werelden ons niet alleen visueel prikkelen, maar ook filosofische vragen oproepen over waarneming, tijd en vergankelijkheid.
Léon Spilliaert, Dijk en zee, lichtweerspiegelingen, 1908, gewassen Oost-Indische inkt, penseel en kleurpotlood op papier, 400 x 505 mm, particuliere collectie, Foto: Renaud Schrobiltgen
Nachtdieren in dialoog
Het zijn niet alleen de werken die met elkaar spreken; ook de ruimte van het Kunstmuseum Den Haag wordt een medespeler in dit verhaal. De belichting is spaarzaam, bijna filmisch. Schaduwen van de bezoekers spelen onbedoeld mee, terwijl reflecties op de glasplaat van sommige werken subtiel de grens tussen beeld en realiteit vervagen. Hierdoor lijkt de toeschouwer zelf een onderdeel te worden van de tentoonstelling – een verschijning in de schaduw.
Braeckmans werken nodigen uit tot traagheid. Het vraagt tijd om te begrijpen dat er meer te zien is dan het oog in eerste instantie oppikt. Dit staat in schril contrast met Spilliaerts doeken, die onmiddellijk een emotionele klap uitdelen. Zijn kleuren, hoewel ingetogen, lijken rechtstreeks uit een innerlijke storm te komen. Deze dynamiek tussen traag kijken en direct voelen maakt Nachtdieren tot een unieke ervaring.
Het nachtdier in onszelf
Waarom worden we zo aangetrokken door deze schemerzone tussen licht en donker? Misschien omdat we allemaal een nachtdier in ons dragen. De nacht biedt ruimte voor introspectie, voor het erkennen van onze eigen schaduwen. In het donker worden we ons meer bewust van de kwetsbaarheid van het licht – en misschien ook van de kwetsbaarheid van onszelf.
Braeckman en Spilliaert nodigen ons uit om stil te staan bij die dualiteit. Hun werken zijn geen antwoorden, maar vragen, opgeroepen door de wisselwerking tussen licht en donker. Hoeveel licht kunnen we toelaten zonder verblind te worden? Hoeveel donker kunnen we verdragen zonder verloren te raken? Deze vragen zijn niet alleen van esthetische aard; ze raken aan het wezenlijke van ons bestaan.
De tentoonstelling in het Kunstmuseum Den Haag laat zien dat licht en donker geen tegenpolen zijn, maar onlosmakelijk verbonden. Het licht van Braeckman versterkt de schaduw van Spilliaert, en omgekeerd. Samen creëren ze een ruimte waarin stilte, introspectie en mysterie centraal staan. Het is een ruimte die niet alleen visueel, maar ook emotioneel en filosofisch tot ons spreekt.
Wanneer we de tentoonstelling verlaten, is de confrontatie met de koude regen keihard. Weggedoken in onze winterjas reflecteren we nog even: wat hebben we gezien? En, belangrijker nog, wat heeft het licht ons laten voelen? Nachtdieren is meer dan een tentoonstelling. Het is een ontmoeting, een spiegel en een reis naar de kern van het schemerduister. Want alleen in het donker wordt het licht werkelijk zichtbaar.
Met paginagrote reproducties van de werken is de catalogus een eerbetoon aan de nachtdieren in onszelf, aan die stille momenten waarin we, midden in de duisternis, plotseling oog in oog komen te staan met een glimp van licht. Dit boek is niet alleen een verrijking voor wie de tentoonstelling bezocht heeft, maar ook een autonome ode aan de schemerwereld waarin licht en donker elkaar vinden. Een wereld waar de nacht geen einde is, maar een nieuw begin.
De expo Dirk Braeckman – Léon Spilliaert: Nachtdieren is nog tot 12 januari 2025 te bezoeken in Kunstmuseum Den Haag. Meer info over de prachtige catalogus vind je bij Hannibal Books.
- Nachtdieren: een dialoog tussen licht en schaduw - november 27, 2024
- Middernacht in een perfecte illusie, de vervreemde schoonheid van Michiel Deneckere - oktober 28, 2024
- In de schaduw van Thoreau, de natuur als levend organisme - oktober 17, 2024