Via de Stichting Paul Ibou komen we te weten dat de grafische kunstenaar Paul Ibou op 7 juni overleed. Als eerbetoon posten we hier opnieuw het artikel dat David De Pooter over hem schreef in 20219. Een mooie manier om het leven en werk van de man te eren. Onze deelnemingen aan de familie en vrienden van de kunstenaar.
‘Uitnodiging tot interview voor de Artcouch’, meer had de e-mail van Paul Ibou niet nodig om de aandacht te trekken. En een gesprek met een gevierd grafisch pionier, beeldenmaker en constructivist slaan we niet af. ‘Waar en wanneer kunnen we elkaar treffen voor een gesprek?’ Dat leek een logisch en efficiënt antwoord, maar het was buiten de kunstenaar gerekend. Wie ik was, wat ik doe en wat het doel van het gesprek was, wou hij weten. ‘Ik weet graag wie mij omringt.’ Zodra hij wist welk vlees hij in de kuip had, volgde een resem e-mails met documenten over zijn werk, zijn kunstboeken, zijn ereburgerschap van de gemeente Zoersel, zijn tentoonstellingen, verschillende omschrijvingen van wie hij was/is als designer en kunstenaar. Paul Ibou houdt niet van half werk. Voorbereiding is alles.
Ik ontmoet de kunstenaar in zijn atelier in Pulderbos. We nemen plaats aan de tafel in een knusse hoek van het pand. Op die tafel een papieren kaft met mijn naam erop. Nog meer teksten, foto’s en brochures over de rijkgevulde carrière van Paul Ibou. En een attest van zijn oogarts: glaucoom, de patiënt is zo goed als blind in zijn rechteroog, links heeft hij nog 50% van zijn gezichtsvermogen over. ‘De tijd dringt’, verzucht de kunstenaar. ‘Het wordt langzaam donker. En ik heb niet het gevoel dat de mensen mijn hele verhaal kennen. Dat wordt hoog tijd.’
Paul Ibou werd als Paul Vermeersch geboren op 7 maart 1939 in Antwerpen. Hij werd wees op zijn dertiende en moest het van dan af zelf zien te rooien. Studeerde aan de Academie voor Schone Kunsten en het Typografisch Instituut Plantin in Antwerpen. Kweekte gaandeweg een fascinatie voor het Verre Oosten, meer bepaald voor het raffinement van de Japanse en Chinese karakters. ‘In 1963 maakte ik mijn eerste reis naar Japan. Dat was een openbaring. Die zin voor esthetiek, die prachtige, verzorgde vormgeving. Ik ontmoette er fantastisch begaafde ambachtslui. Kalligrafen, papiervouwkunstenaars… Japanners maken echt van alles een kunstwerk, zelfs van het eten op hun bord.’ De Antwerpse kunstenaar raakte er in de ban van paper art. In 1967 ruilde hij België voor New York. Daar kwam hij in contact met Andy Warhol, Jozef Albers en Paul Rand, de pionier van de corporate identity. In 1968 liet Paul Ibou zijn Oosterse en Amerikaanse invloeden versmelten in ‘Metamorphosis’, een kunstboek waarin cut-outs en gekleurde pvc-vellen elkaar afwisselen. De vormen veranderen naarmate je door het boek bladert. Elke spread levert een andere ervaring op in een fascinerende tocht op de scheidslijn tussen figuratie en abstractie. Ter ere van Pauls 80ste verjaardag wordt ‘Metamorphosis’ overigens opnieuw uitgebracht als tweejarige kunstkalender, in een gelimiteerde oplage van 80 exemplaren.
Net als zijn pop-artvrienden kiest Paul Ibou voor seriële kunstproductie. Al zit er ook een beetje ijdelheid achter die keuze. ‘Een uniek werk wordt opgekocht en verdwijnt in een privéverzameling. Niemand krijgt het nog te zien. Daar pas ik voor. Ik wil zo veel mogelijk gezien worden. Mensen moeten mijn werk kunnen vastnemen, doorbladeren, bewonderen.’ Kunst van de wand naar de hand, zoals Ivo Michiels in het voorwoord van ‘Metamorphosis’ schreef.
Oosterse karakters, corporate identity… de stap naar logo’s is snel gezet. In de jaren 60 wilden ondernemingen en organisaties ook in België allemaal een eigen logo en Paul Ibou werd een wegbereider in de huisstijlenmarkt. Tijdens zijn carrière ontwierp hij meer dan 350 logo’s en symbolen voor grote bedrijven en openbare instellingen, waaronder de Provincie Antwerpen, Spaarkrediet, de paardentiercé en Cera. Zijn logo’s vallen op door hun herkenbaarheid en iconische directheid. Geen gekunstelde ontwerpen, maar eenvoudige lijntekeningen die hun kracht ook in zwart-wit behouden. Zelf wijst de kunstenaar op de kracht van eenvoudige geometrische figuren: ‘Geometrische figuren zijn oervormen. Geef een kind een pen en vel papier en het tekent een cirkel, een driehoek of een vierkant. Die vormen zitten in ons. Al de andere vormen worden ons aangeleerd.’
Via een oud-docent die contacten had met de entourage van koning Boudewijn kreeg Paul Ibou de kans om een maand lang door China te reizen. In 1977 was dat, toen China nog een gesloten land was, streng georganiseerd volgens de leer van het maoïsme. De Antwerpenaar werd er naar eigen zeggen met bewondering en ontzag ontvangen: ‘Kunst was nog heel traditioneel in China. Ambachtslui maakten de prachtigste schilderingen op vazen en kamerschermen, maar modernisme, dat kenden ze niet. Compleet weggeblazen waren ze van mijn werk. Zo’n vormentaal, dat hadden ze nog nooit gezien.’ De liefde was wederzijds. Na dat eerste bezoek werd Paul Ibou nog vaak uitgenodigd in China, om lezingen te geven, als jurylid te zetelen, om kunstenaars te ontmoeten, en zelfs om privétentoonstellingen te houden. Voor de Olympische Spelen in 2008 bestelde de Chinese overheid nog drie van zijn Cube-Art Structures, de reeks monumentale, geometrische beelden waar hij in 2002 aan begon. De erkenning lijkt dus groter in het buitenland dan in eigen land.
Paul Ibou onderbreekt het gesprek om bezoekers rond te leiden in zijn atelier. Maar niet zonder ons wat lectuur in de handen te duwen: een boekje met de raadselachtige titel ‘QS CODE’ en een stapel knipselmappen. ‘Ik ben tenslotte een uitgever,’ verduidelijkt de kunstenaar. ‘Ik maak overal lijsten, mappen en dossiers van. Het is mijn manier om de wereld te doorgronden.’
Een van de mappen is gewijd aan het Hof van Lyere. In 1984 kreeg Paul Ibou de kans om die 15de-eeuwse waterburcht in Zandhoven voor een periode van 30 jaar te huren. Ook al waren het kasteel en het bijbehorende landgoed in erbarmelijke staat, de nieuwe bewoner en zijn echtgenote maakten er al snel een kunstenaarswalhalla van, met ateliers en expositieruimten. Het kasteel was het gedroomde decor voor een leven tussen de beau monde. De bewoners ontvingen er ministers, royals, notabelen allerhande en natuurlijk de grootste kunstenaars, van Julien Schoenaerts en Roger Raveel tot Jan Hoet. Het hele land kwam naar Paul Ibou, dus hoefde Paul Ibou niet zo nodig het land in te trekken. Ligt daar misschien een verklaring voor de frustratie van de kunstenaar, dat hij meer erkenning geniet in het buitenland dan in België? ‘Ik heb nooit intensief samengewerkt met galerieën of curators in eigen land’, geeft de betrokkene toe. ‘In mijn kasteel had ik alles wat ik me als kunstenaar kon dromen. Ik had niet de behoefte om ergens anders tentoon te stellen.’
De QS CODE dan. Vanaf midden jaren 70 werkte Paul Ibou een nieuw creatief concept uit dat voor de volgende kwarteeuw de basis van zijn werk zou vormen. Zelf omschrijft de kunstenaar zijn ‘Quadri-Structures’ als een ‘systematisch geometrisch abstract concept’. Met het vierkant als basis creëerde hij nieuwe geometrische composities door volgens vastgelegde regels te groeperen, toe te voegen, weg te nemen en in te kleuren.
25 jaar lang heeft Paul Ibou de quadri structures uitgewerkt in schilderijen, beelden, logo’s en boeken. De vormenstructuren en -experimenten boden de kunstenaar én de ontwerper in hem een onuitputtelijke bron aan basisvormen. In het boekje ‘QS CODE’ schreef Paul Ibou de formule voor zijn ontwerpen neer. Waarmee het meteen een van zijn dierbaarste publicaties werd, ‘een heel filosofisch werk, een serieel totaalconcept.’
Het moge duidelijk zijn, Paul Ibou heeft in ruim een halve eeuw een indrukwekkend artistiek parcours gelopen. Met recht omschrijft hij zichzelf als een ‘totaal multi-kunstenaar’. Allicht omdat dat beter bekt dan ‘constructivist-beeldenbouwer, grafisch en plastisch vormgever, ontwerper, lettertekenaar en typograaf, schrijver, publicist, uitgever en specialist in visuele communicatie’, wat hij dus ook allemaal is. Of was. De tachtiger legt ons nog een laatste knipselmap voor en wijst een zwart-witfoto aan. Eentje uit 1951, met een dertigtal mensen erop. ‘Dit is een foto van mijn hele familie. En iedereen op deze foto is dood, behalve hij hier,’ zegt de kunstenaar die terwijl hij een jongen op de voorste rij aanwijst. ‘Dat ben ik. Ik heb geen familie meer. Ook mijn vrouw, met wie ik 52 jaar lief en leed deelde, is drie jaar geleden gestorven. We hadden geen kinderen.’ Daarom grijpt Paul Ibou nu elke kans aan om zijn naam in eigen land op de kaart te zetten. In 2019 brengt hij vier nieuwe boeken uit (‘1001 Owl Variations’, ‘Activa 80’, ‘Letters As Symbols’ en ‘China Souvenirs’) en staan er drie exposities op de kalender:
- de expo ‘Quadri Structures’ loopt in Artland (Oostmallebaan 93 in Zoersel) van 10 tot en met 26 mei
- ‘Cube-Art Structures’ opent op 6 september de deuren in de Bijl (Dorp 1 in Zoersel
- ‘off the grid’ toont de logo’s van Ibou in het designmuseum in Gent (Jan Breydelstraat 5) van 25 oktober tot en met 16 februari 2020
- De schoonheid van vergankelijkheid: nieuw werk van Marco De Sanctis bij Dauwens & Beernaert - september 1, 2024
- R.I.P. Paul Ibou, tribuut aan een totaal multi-kunstenaar - juni 6, 2023
- Marco De Sanctis en Joost Pauwaert: De verleiding van het verval - oktober 8, 2022
mei 1, 2019
Gelieve juiste schrijfwijze
ARTlant
juni 11, 2023
Mooi artikel !
Ook daarnet nog eens het artikel gelezen in DS van April 2018.