Is het toeval, of een teken van de tijd? Een vorm van self fulfilling prophecy, of van synchroniciteit misschien? Vast staat dat sinds ik me de laatste maanden in filosofische teksten verdiep ik meer en meer in contact kom met kunstenaars die op een of andere manier met filosofie bezig zijn, van de bewondering van Mathieu Staelens voor (onder meer) de Duitse filosoof Peter Sloterdijk tot de metafysisch-spirituele levensvragen van Johan Heylen. Op de opening van de vorige tentoonstelling van Verduyn gallery kwam kunstenares Veerle Verbeke een praatje slaan, waarbij ze terloops opmerkte dat ze een reeks portretten maakte van denkers die haar beïnvloeden, en die allemaal op mijn leeslijst prijken (Arendt, de Beauvoir, Simone Weil, …).
En dan kwam het nieuws dat Johan Clarysse ook een reeks portretten maakte van denkers die hem inspireerden. Verbazen mag het niet, Johan studeerde ooit nog filosofie. Wel verbazend is dat kunstenaars als Johan die dieper in filosofie duiken, hun denken uiteindelijk makkelijker in een kunstwerk verwoorden. In een interview met Kunstpoort zegt Johan zelf: “Via taal de werkelijkheid benaderen gaf me geen voldoening. De taal van het beeld graaft dieper, is genuanceerder.“
Is het ook praktischer? Je mag je gerust de vraag stellen: wat het nut is van dat gefilosofeer, van kunst zelfs. Het ene hoeft het andere niet in de weg te staan, zo blijkt. Johan werkte per slot van rekening 33 jaar lang (of kort?) halftijds bij tele-onthaal. Praktische filosofie, heet dit dan. In de reeks recente portretten ontdek je daarom ook deze van Freud en Jung. Filosofie en psychologie, ze raken -samen met neurowetenschappen- meer en meer in elkaars vaarwater. In een interview naar aanleiding van zijn afscheid bij Tele-Onthaal biedt hij hier enigszins een verklaring voor: “Ik zie het leven vanuit ontwikkelingspsychologisch perspectief: in mijn huidige levensfase probeer ik de typische aspecten en vooral de positieve kanten van de vorige levensfasen (als kind, puber, jongvolwassene, midlifer, ouder wordende man, …) te integreren en levendig te houden. Ik denk aan de verwondering van het kind, het laveren tussen veiligheid en avontuur van de peuter/kleuter, de zoektocht naar identiteit van de puber, de expansiedrift van de jongvolwassene, de mildheid en melancholie van de ouder wordende man, enzovoort. Dat leeft allemaal in mij voort. Ik ben meer dan de leeftijd die ik officieel ben en voel me dus een rijk mens.“
Het typeert de kunstenaar, de manier waarop hij naar de dingen kijkt: een mix van afstand en engagement, zou je kunnen stellen. Hij observeert vanuit een diep doorleefde positie van buitenstaander, vertelt wat hij ziet vanuit het zichtpunt van een derde, misschien zelfs ongekende protagonist. Dit valt des te meer op wanneer hij zichzelf in beeld brengt, zoals in de werken uit Somebody who could be me. Alles lijkt wel in het beeld vervat: de tragiek van het leven, de verbazingwekkende vaststelling over een (zelf)bewustzijn te beschikken, de wetenschap dat alles, ook wat is geweest, uiteindelijk blijvend is; dit alles met een vette knipoog naar Caravaggio, en langs hem het menselijke vernuft. Een traan, een glimlach, een twijfel en een zekerheid, het zijn slechts verschijningsvormen van een dieper liggende, universelere vorm van bestaan. Zo biedt het werk van Johan ook, op zijn eigen, specifieke manier, een vorm van troost…
© Johan Clarysse (2022): Suspicious Minds (Sigmund III) | Suspicious Minds (George Sand) | Suspicious Minds (Carl Gustav) | Suspicious Minds (Sigmund) | Somebody who could be me
Nieuw werk van Johan Clarysse (schilderijen en tekeningen) is vanaf 5 maart te zien op de expo Suspicious Minds bij Galerie S&H De Buck in Gent. Klik hier voor alle info.
- Ine Lammers buiten de kaders van (onze) tijd - november 20, 2024
- The Green Soda Movement: SAVE ME. 10 glaskunstenaars presenteren post-consumer glass - november 19, 2024
- Goedele Peeters ‘Fieldwork’, een open uitnodiging tot een innerlijk gesprek - november 16, 2024