Ivo Moris is wat terughoudend als we hem uitnodigen voor dit interview. Hij vindt zijn collectie te bescheiden. Toch diept hij uit zijn archiefkast het ene na het andere verrassende werk op. Zijn selectie getuigt van een verfijnde smaak, die niet gestuurd wordt door grote namen of het azen op winst. Een mooie voedingsbodem voor een boeiend gesprek.
Uit die archiefkast komt ook het allereerste werk tevoorschijn. Een werk van een plaatselijke kunstenaar, Eddy Hoet, dat Ivo Moris vroeg als cadeau voor zijn Plechtige Communie, in plaats van de obligate fiets of polshorloge. Daarna, als vijftienjarige, ledigde hij zijn volledige spaarpot om een tweede kunstwerk – van Constant Lambrecht – te kopen. Zijn voorliefde voor kunst leek uit het niets te komen. In het ouderlijke huis was wel wat kunst te vinden, maar een echte passie was het niet voor zijn ouders. Voor hem wel. Van kleins af werd zijn mathematische geest gecounterd door een fascinatie voor de kunstwereld. Zo volgde hij ook alle expo’s van de Stichting Veranneman in Kruishoutem, toen nog een kunstencentrum met internationale uitstraling.
Hij tovert een insteekmapje tevoorschijn, waarin hij alle uitnodigingen uit die tijd bleek te vergaren. Ook hier: de drang tot verzamelen. Of we het ‘verzamelwoede’ mogen noemen? Dat wil Ivo zo niet gezegd hebben: “De laatste jaren ben ik inderdaad weer intensiever met kunst bezig. Maar het heeft ook een hele tijd stilgelegen. Toen ik studeerde had ik simpelweg geen budget om kunst te kopen, al liep ik toch geregeld langs in musea en galeries.”
Zijn smaak evolueerde mettertijd. Van vertegenwoordigers van de Cobra-beweging, Bram Bogaert en Jan Latinne, tot op dit moment vooral werk van jonge, Belgische kunstenaars. Ook hier speelt het pecuniaire aspect: “Grote namen als Borremans en Tuymans kan ik niet betalen. Maar dat hoeft ook niet. Een echte ontdekking doen is des te interessanter.”
De vonk
“Wie zijn hele leven hetzelfde koopt, leidt een arm leven”, oppert Ivo Moris. Zijn smaak wordt aangestuurd door hoe hij op een bepaald ogenblik in het leven staat. Daarom voelt hij nu minder affiniteit met bepaalde zaken die hij vroeger heeft gekocht. Maar toch moet er een rode draad zitten in deze verzameling, de onzichtbare prikkel die hem drijft. Wij peilen naar deze vonk, die hem telkens opnieuw aanzet tot aankoop: “Op zich ben ik een impulsieve verzamelaar. Ik hanteer geen bewuste strategie. Vaak is er sprake van een coup de foudre, een zeker buikgevoel. Een werk moet gelaagd zijn voor het mij pakt, letterlijk en figuurlijk, fysiek en inhoudelijk. Kortom, een goed idee dat goed is uitgevoerd. Het moet ook op zich kunnen staan, kunnen appelleren zonder tekst en uitleg.”
“Daarnaast vind ik de persoonlijke connectie met de kunstenaar van belang. Als bij goed werk een fijne persoonlijkheid hoort, is dat een extra impuls om het werk te verzamelen. Met sommige kunstenaars bouw ik een jarenlange band op. Ik volg hun werk en koop meestal meer dan een keer. Daarom hou ik er ook van om af en toe reeksen aan te schaffen, dat geeft vaak een beter beeld van een praktijk dan een werk op zich.”
Indien mogelijk koopt Ivo Moris via een galerij, alsof hij in de driehoeksrelatie kunstenaar-galerij-verzamelaar een bevestiging zoekt voor zijn eigen intuïtie. “Met bepaalde galeristen heb ik een nauw contact. Ik loop vaak langs en kan hierdoor in een pril stadium artiesten ontdekken. Al is mijn eigen aanvoelen nog steeds doorslaggevend.”
Geconcipieerd voor de kunst
Waar vindt al dat mooie werk een plek? “Nu raken jullie een heikel punt aan”, glimlacht Ivo Moris. “Ons huis is zo geconcipieerd dat er wel wat kunst een plek vindt. Maar mijn collectie is ondertussen iets ruimer dan wat ik kan ophangen. Dus op tijd en stond wordt hier gewisseld, mét inbreng van mijn vrouw. Zij deelt mijn passie niet meteen, en kan niet al mijn keuzes volgen, dus soms worden hier grondige discussies gevoerd (lacht). Ook over de plekken waar al dan niet een nagel mag komen. Voor haar is het belangrijk dat alle elementen in het huis op elkaar afgestemd zijn, voor mij geldt enkel de artistieke waarde. Werken die te morbide zijn, wil mijn vrouw bijvoorbeeld niet op een zichtbare plek in huis. Wat ik te begrijpen vind hoor.”
We bemerken twee metershoge werken van Anne Vanoutryve, maar ook werk van Mil Ceulemans, Peter Van Gheluwe en zelfs Jan Van Imschoot. Tevens veel strakke abstractie die neigt naar grafisch werk, zoals dat van Vincent De Roder, Dieter Durinck, Elke Van Kerckvoorde en Mario De Brabandere. “Mijn daytime job is behoorlijk rationeel, ik ben actief in de banksector. Daarnaast ben ik allicht een romantische ziel. Ik vermoed dat je die twee facetten weerspiegeld ziet in mijn collectie. Het is een kwestie van balans: evenwicht in mijn leven, evenwicht in de kunst. Het een krijgt een rijkere betekenis door het tegenwicht van het ander.”
Aantrekkelijke feilbaarheid
Ons oog valt op een recente aanwinst van Charline Tyberghein. Ondanks de minutieuze afwerking, zien we – als we dichterbij komen – ook een uitschuiver in het werk, verf die plots over de zelf vastgelegde grenzen heengaat. Ivo Moris: “Dat intrigeert mij uitermate: het reiken naar de perfectie, het haast machinaal schilderen en trachten elk menselijk aspect uit te schakelen, maar toch stoten op een grens. Een werk mag niet te veel pleasen, er mag een wrong in zitten. Die menselijke feilbaarheid vind ik zeer aantrekkelijk. Het wroeten in de verf, het prutsen en proberen dat nog zichtbaar is. Zelfs in het werk van Mondriaan kun je dat bemerken. Die strakke lijntjes zijn niet steeds zo secuur als je zou denken.”
Even geïntrigeerd kan deze verzamelaar raken door readymades. Zo kocht hij onlangs How To Draw A line van Gert Scheerlinck, een reeks kleine potloodjes die doormidden zijn gezaagd. Er bestaan geen limieten wat betreft hetgeen Ivo kan boeien. Het levert een interessant spanningsveld op in zijn collectie, van bijna onstuimig en gevoelig-lyrisch naar werk waarin nog amper een menselijk spoor is te bekennen. “Het beheersen van lijn en kleur, dat blijft voor mij het basisbeginsel van een goed werk. Kunst is in de eerste plaats kunde. De maîtrise moet op een of andere manier zichtbaar zijn. Een werk moet kloppen, moet soliditeit uitstralen, moet er staan in de materie.”
Hoe hij het verschil opmerkt tussen duurzame en efemere kunst? “Het blijft een intuïtieve beslissing. Pas als je veel slecht werk ziet, herken je een goed werk. Ik hou niet van bricolage, van het slechts uitvoeren van ‘ideetjes’. Als ik een werk koop, dan moet ik het gevoel hebben dat het als het ware eeuwig kan blijven bestaan. Dat het materiaal en het concept zo duurzaam zijn dat het werk ook nog waarde heeft voor de volgende generaties. Misschien is dat wel mijn voornaamste drijfveer: een collectie samenstellen die zo origineel en blijvend is, dat mijn kinderen er later wat aan hebben.”
Ivo Moris wil zijn passie nu ook delen met andere verzamelaars. Daarvoor bedacht hij het platform Collectiv, een virtuele plek waar privécollecties kunnen worden ontsloten en ontdekt: www.collect-iv.be
Ontdek dit artikel ook in #4 van TheArtCouch Magazine!
- Over de (taal)grens: Gaston Bertrand ‘Entre abstraction et figuration’, een leven lang schilderen - november 16, 2024
- Het jaarboek TheArtCouch 2024 verschijnt in december - november 9, 2024
- ‘Ricochets’ van Francis Alÿs, terugblik op een bijzonder project - november 9, 2024